Basisfuncties
4
Druk de SIM- of USIM-kaart voorzichtig in de lade om de kaart vast te zetten.
Als de kaart niet stevig in de lade zit, kan de SIM-kaart uit de lade vallen.
5
Schuif de lade terug in de sleuf van de lade.
• A ls u de lade in uw apparaat plaatst terwijl de lade nat is, kan uw apparaat beschadigd
raken. Zorg altijd dat de lade droog is.
• P laats de lade zo ver mogelijk in de ladesleuf om te voorkomen dat er vocht in uw
apparaat terechtkomt.
Dual-SIM- of USIM-kaarten gebruiken (Dual-SIM-modellen)
Als u twee SIM-of USIM-kaarten plaatst, kunt u twee telefoonnummers of serviceproviders gebruiken
voor één apparaat.
SIM- of USIM-kaarten activeren
Start de app Instellingen en tik op Verbindingen → SIM-kaartbeheer. Selecteer een SIM- of USIM-
kaart en tik op de schakelaar om deze functie in te schakelen.
SIM- of USIM-kaarten aanpassen
Start de app Instellingen, tik op Verbindingen → SIM-kaartbeheer en selecteer een SIM- of USIM-
kaart voor toegang tot de volgende opties:
• P ictogram: verander het pictogram van de SIM- of USIM-kaart.
• N aam: verander de weergavenaam van de SIM- of USIM-kaart.
• N etwerkmodus: selecteer een netwerktype om met de SIM- of USIM-kaart te gebruiken.
Voorkeur SIM- of USIM-kaart instellen
Als twee kaarten zijn geactiveerd, kunt u spraakoproepen, berichten en gegevensservices toewijzen
aan specifieke kaarten.
Start de app Instellingen, tik op Verbindingen → SIM-kaartbeheer en stel de functievoorkeuren
voor uw kaarten in Gewenste SIM-kaart in.
19