De afvoer- en overloopbuizen installeren
•
Draai eerst de klem los en steek deze in de voorbereide buis, steek vervolgens de buis in de
afvoer- en overloopbuis naar de vloer en draai ten slotte de klem op de verbinding van de buis,
afvoer- en overloopbuis en draai deze stevig vast. De afvoer- en overloopbuis moeten met een
klem worden vastgezet.
niet wordt weggeduwd of uit het riool wordt geperst als het huis is aangesloten op het riool of
als de waterdruk van de vloerafvoer hoog is).
•
De positie van de regelklep moet hoger zijn dan de vloerafvoer en de lengte van de afvoer- en
overloopleiding mag niet meer dan 2 meter zijn. Het aanbrengen van afsluiters in de afvoerlei-
ding is ten strengste verboden. De afdichting van de buisfittingen mag alleen van PTFE zijn.
Instructies voor het eerste gebruik
1. Begininstellingen van het besturingssysteem
Na de eerste keer inschakelen van de ontharder geeft het systeem aan dat er water wordt
toegevoegd. Druk op de knop
huidige tijd, de regeneratietijd en de hardheid van het ruwe water in.
2. Eerste watertoevoer voor waterontharders
Sluit voor de eerste watertoevoer de watertoevoerkraan van het gebouw, zet de bypassklep in
de bedrijfsstand en in de ontgrendelde stand, druk op de knop
"het systeem is aan het terugspoelen" verschijnt op het displaypaneel. Wanneer de stroom
wordt uitgeschakeld, blijft de waterontharder in de terugspoelmodus. Open de watertoevoerklep
langzaam tot ¼ (snel openen kan het apparaat beschadigen en leiden tot harsverlies). In het
begin moet u het geluid horen van langzaam ontsnappende lucht in de afblaaspijp. Nadat de
lucht in de GRP-tank is ontsnapt (d.w.z. wanneer het water in de uitblaaspijp gelijkmatig uit-
stroomt), moet de watertoevoerklep volledig worden geopend.
Let op!
Als de waterinlaatklep onmiddellijk volledig wordt geopend, zal het water te snel in de ontharder
stromen, waardoor de onthardingshars in de tank in beweging komt, waardoor de bovenste opvangtank
gemakkelijk zal breken en de ontharder beschadigd raakt. Daarom moet de watertoevoerkraan lang-
zaam op ¼ worden gezet om het water langzaam in de tank te laten stromen, de lucht in de tank te laten
ontsnappen en de tank met kraanwater te vullen. Tijdens het terugspoelen moet de uitlaat van de af-
blaaspijp meerdere keren worden gecontroleerd totdat deze echt schoon is. De terugspoeltijd mag niet
korter zijn dan 5 minn.
3. Eerste vulling van de pekeltank met water
Schakel het systeem in zodra de bovenstaande stappen zijn uitgevoerd. Druk op
pekel en langzaam spoelen op te roepen en druk vervolgens eenmaal op
len op te roepen. In de bijvuloptie wordt een bepaalde hoeveelheid water aan de pekeltank
toegevoegd zodat het apparaat gebruiksklare pekel beschikbaar heeft voor de volgende rege-
neratie. Zodra het bijvullen voltooid is, schakelt het systeem over op de optie snelle spoeling,
waarbij het ongeveer 5 minn duurt voordat de uitstroom herkend wordt. Zodra de hardheid is
bepaald, gaat u verder met de volgende stap en keert u terug naar de bedrijfsoptie om onthard
water te produceren.
4. Zout toevoegen aan de pekeltank en zouttoevoegingsproces
Open het deksel en giet voldoende geweekt zout in de pekelbak. Het zout in de pekelbak moet
zich boven het waterniveau bevinden. In de regel moet het zout boven het waterniveau in de
pekelbak liggen en moeten er altijd zoutdeeltjes zichtbaar zijn.
https://www.naturewater.eu
(Let op!
Deze procedure is bedoeld om ervoor te zorgen dat de slang
om toegang te krijgen tot het besturingssysteem en stel de
Artikel 63922, 63923
om de regeneratie te starten;
om de optie
om de optie bijvul-
Pagina 17
09 2024-1