6
Bediening
De FC2000 geeft de correcte functie alleen bij correcte montage en bediening weer.
Bij storingen of onduidelijke bedrijfstoestanden moet u he apparaat controleren en de storing verhelpen (zie
hoofdstuk Fouten zoeken) resp. laten verhelpen.
Om gevaar voor verwondingen te voorkomen, laat u niet geïnstrueerde personen of andere kwetsbare of bedreigde
personen het apparaat nooit zonder toezicht bedienen.
6.1
Bedieningselementen en display
De bediening resp. instelling van het apparaat wordt uitgevoerd via 8 toetsen die zich samen met een LCD-
tekstdisplay in een bedieningspaneel op het deksel bevinden.
Alle instellingen van de bedrijfsmodi en de instelbare parameters kunnen via dit bedieningspaneel worden
uitgevoerd.
Parametergroep
Beschrijving
parameters
Parameters
Status aandrijving
Waarden veranderen (0)
Menu navigeren (2)
Programmeermodus (4)
Niveaus navigeren (6)
Gebruikshandleiding – vibratiebesturing FC2000
Weergave niveau
Ingestelde / actuele
waarde
Foutmelding
Waarden
veranderen (1)
Menu navigeren (3)
Waarden opslaan (5)
Niveaus navigeren (6)
V2.1568 | NL
012