Beknopte gebruiksaanwijzing
1 In-/uitschakelen met ON:
Druk op ON.
Het apparaat speelt met het vooraf in-
gestelde volume.
Na uitschakelen wijst een dubbele
pieptoon u erop dat het front moet
worden verwijderd voordat u de auto
verlaat.
Let op:
Lees hiervoor beslist de informatie on-
der "Diefstalbeveiligingssysteem Key-
Card".
Uit-/inschakelen via het contactslot:
Wanneer het apparaat dienovereen-
komstig is aangesloten, kan het via het
contactslot uit- en weer ingeschakeld
worden.
Inschakelen met uitgeschakeld con-
tact
Wanneer het contact is uitgeschakeld,
kan het apparaat verder worden be-
diend:
Druk op ON. Het apparaat wordt inge-
schakeld.
Na een speeltijd van een uur wordt het
apparaat ter beveiliging van de auto-
accu automatisch uitgeschakeld.
Extra functie ON
U kunt het geluid snel onderdrukken
door kort op ON te drukken. Het dis-
play geeft "MUTE" aan (geluidsonder-
drukking). Het volume wordt op 0 inge-
steld. Deze functie wordt weer opgehe-
ven wanneer u kort op de ON-toets of
op VOL+ drukt.
Wanneer u op VOL- drukt, wordt het
Mute-volume overgenomen.
2 VOL+ / VOL-
Wijzigen van het volume.
Na het inschakelen vindt de weergave
plaats met het vooraf ingestelde volu-
me (VOL FIX).
VOL FIX kan worden veranderd (zie
"Programmering met DSC").
3 AUD
Voor het instellen van treble (hoge to-
nen), bass, balans en fader.
Wanneer het display "TRE" of "BAS"
aangeeft, kan de lage- of hoge-tonen-
instelling worden veranderd met de tui-
meltoets. Wanneer het display "BAL"
of "FAD" aangeeft, kan de balans
(links/rechts) of de fader (voor/achter)
worden veranderd. Druk zo vaak als
nodig is op AUD en voer de instelling
uit met de tuimeltoets.
treble + / fader voor
treble – / fader achter
bass – / balans links
bass + / balans rechts
De laatste instelling wordt automatisch
opgeslagen.
AUD uitschakelen: druk opnieuw op de
toets.
Wanneer de instelling binnen acht se-
conden niet wordt gewijzigd, schakelt
het display terug naar de vorige toe-
stand.
69