Nederlands
4. Werking
Typische modelbouwservo's vereisen een spanning van 5 V en een
stroom van maximaal 1 A. Het servoprint wordt gebruikt wanneer een
schakeling een servosignaal uitzendt, maar niet de vereiste spanning
en/of stroom voor de servo kan leveren.
Voorbeelden van gebruik:
Voertuigdecoders (loc- en functiedecoders) die een servosignaal aan
een uitgang leveren. Zowel de maximale totale stroom als de
spanning aan de servo-uitgang zijn gewoonlijk te laag om een servo
te voeden.
Andere schakelingen die een servosignaal leveren aan een uitgang,
maar waarbij zowel de maximale totale stroom als de spanning aan
de servouitgang te laag zijn om een servo te leveren (b.v. sommige
versies van de Light Computer "Next Generation").
Circuits
voor
servobesturingen). Deze zijn gewoonlijk ontworpen voor de directe
aansluiting van één servo per uitgang. Als meer servo's op dezelfde
uitgang moeten worden aangesloten, is de maximale stroom vaak
niet voldoende.
Seite 8
servobesturing
(b.v.
servodecoders,
Servoprint
analoge