: Bevestiging LED-signaal
: IFEEL modus indicator
FAN
: Ventilator snelheid indicator
: Temperatuur weergave indicator
4.3. Hoe de batterijen te installeren
Gebruik twee nieuwe alkaline batterijen met AAA 1, 5V.
①
Schuif het klepje van de batterijhouder naar beneden.
②
③
en
Verwijder de gebruikte batterijen en plaats de nieuwe op een correcte wijze.
④
Plaats de deksel opnieuw door het terug in zijn oorspronkelijke positie te schuiven.
Opmerking:
♦ Gebruik geen oude batterijen of batterijen van een verschillende type. Een dergelijk
gebruik kan het verkeerd functioneren van de afstandsbediening veroorzaken.
♦ Als u de afstandsbediening langer dan twee weken niet zult gebruiken, verwijder de
batterijen. Schade kan door mogelijke lekkages veroorzaakt worden.
Vervang de batterijen indien u geen "piep" van het binnen-apparaat hoort of indien de
♦
transmissie-indicator op de afstandsbediening niet meer brandt.
4.4. Het gebruik van de afstandsbediening voor de bediening van het apparaat
● HET TOESTEL AAN- en UITSCHAKELEN
Druk op de
knop om het apparaat aan- of uit te schakelen.
● DE OPERATIONELE MODUS INSTELLEN
Door op de MODUS-knop meerdere malen te drukken kunt ude operationele modus van het apparaat wijzigen. Het symbool voor
de gekozen operationele modus verschijnt op het scherm.
: automatische modus
: koeling-modus
: ontvochtiging-modus
: ventilator alleen-modus
: opwarming-modus
Wanneer het automatische programma AUTO is gekozen, kan het apparaat in koeling- of opwarming-modus werken, afhankelijk
van het temperatuurverschil in de ruimte tussen de omgevingstemperatuur en de op de afstandsbediening gekozen temperatuur.
Wanneer de koeling-modus
de omgevingstemperatuur verlaagt. Wanneer de ontvochtiging-modus
temperatuur instelling, en geleidelijk verlaagt de temperatuur en de vochtigheid van de omgeving. Wanneer de ontvochtiging-
modus in werking is, de FAN-knop kan niet bediend worden.
instelling, terwijl het de omgevingstemperatuur verhoogt. Wanneer de ventilator-modus
temperatuurinstellingen, terwijl het louter de lucht door de ruimte blaast.
BELANGRIJK!
♦ De apparaat-ventilator stopt wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt en wordt vervolgens automatisch
geactiveerd met minimale snelheid om te voorkomen dat de lucht stratificatie verschijnselen in de nabijheid
van het apparaat plaats zouden hebben.
♦ Wanneer de KOELING-, ONTVOCHTIGING-modus is gekozen, de ventilator kan niet meteen opstarten
omdat de ANTI-VERWARMING-modus actief is. Wanneer de VERWARMING-modus is gekozen, kan de
ventilator niet meteen opstarten omdat de ANTI-KOELING-modus actief is.
● INSTELLEN VAN DE ROOSTERS
Voor de optimale luchtverdeling, gelieve de aangedreven roosters in te stellen en ervoor te zorgen dat de luchtstroom naar
niemand rechtstreeks gericht is. Voor de aangedreven roosters, handel als volgt:
→
→ →
is gekozen, het apparaat werkt met een willekeurige temperatuur instelling, terwijl het de
→
is gekozen, het apparaat werkt met eenwillekreurige
is gekozen, het apparaat werkt met een willekeurige temperatuur
is gekozen, het apparaat werkt zonder
2
1
3
4
.
4