Inhoudsopgave
Advertenties
7.4 Inbedrijfstelling - Instelling Eindstanden [❷]
• Het eerste scherm wordt automatisch actief na "Basisinstellingen".
• Wanneer een SD paneelunit wordt aangesloten (PU*), wordt "Aansturing"
• Volg de stappen op het bedieningsscherm (CS).
Stel de eindstanden in
Laat de motor draaien
naar de eerste eindstand
PU*
Stel de eindstanden in
Laat de motor draaien
naar de eerste eindstand
Druk op "OK" wanneer motor
op de eerste eindstand is
De tweede eindstand is ingesteld
1. Aansturing naar de eerste eindstand.
2. Selectie van het percentage (0% of 100%) en instelling
eerste eindstand.
3. Aansturing naar de tweede eindstand.
OPMERKING: De knop "OK" wordt alleen actief wanneer
4. Instelling tweede eindstand (100% of 0%).
Het Hoofdmenu wordt actief. Zie Hfst. 8.
PU* Toepasselijk scherm wanneer een SD paneelunit (PU) is
aangesloten.
OPMERKING: Nadat de twee eindstanden zijn
20 mA
4 mA
Voer een functionele controle uit van het eindstandsysteem (BU
printplaat [A2] of PU printplaat [A5]) nadat de twee eindstanden zijn
Overschrijd ingestelde eindstanden niet wanneer de motorreductor
handmatig of met elektrisch gereedschap wordt aangedreven (extern
met de zeskant in de as van de elektromotor).
Dit voorkomt schade aan het aangedreven systeem.
Ridder – Drive Systems
T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com
Procedure
de verplaatsing voldoende is.
ingesteld, wordt automatisch een lineair
terugmeldsignaal actief.
<< Eindstanden >>
ingesteld.
49
actief.
Advertenties
Inhoudsopgave
