5. Geavanceerde instellingen (parameters)
Om de geavanceerde parameters te kunnen instellen, schakelt u de elektrische cv-ketel eerst
uit (in de standby modus), door de aan/uit knop
Het display geeft alleen nog een punt rechts onderin weer.
Druk daarna op
(en houdt ingedrukt), en druk vervolgens op
Met de pijltjestoetsen
selecteert u een parameter om deze te wijzigen. De ingestelde waarde kan dan weer met de
pijltjestoetsen worden gewijzigd, en worden bevestigt met de
Hieronder zijn de verschillende parameters te zien, inclusief de standaard ingestelde
waarden:
Parameter:
1
Vermogen toestel
2
bedrijfsmodus pomp
3
Aantal Elementen in werking
4
Bedrijfsmodus ketel
Temperatuur tapwater in
5
boiler
6
Type tapwatersensor
Vergrendeling onder
7
minimale druk
Aantal ketels in cascade
8
regeling
9
Type flowsensor
10
bedrijfstijdindicator
Parameter 1:
Hier dient het maximale vermogen van het toestel te zijn ingesteld. Dit dient altijd overeen
te komen met de toestelwaarde op het typeplaatje van de ketel. Vanuit de fabriek zal deze
parameter afgesteld zijn op het toestel. Indien u de regelautomaat vervangt, dient u hier zelf
de juiste waarde in te stellen.
Indien deze parameter niet correct wordt ingesteld zal de regeling de elementen verkeerd
aansturen, wat schade aan het toestel tot gevolg kan hebben.
Parameter 2:
De pomp kan op 2 manieren worden aangestuurd door de regelautomaat:
Pa:
De pomp zal draaien wanneer er warmtevraag is vanuit de kamerthermostaat,
Indien er geen warmtevraag is, zal de pomp ieder 24 uur een paar minuten draaien
om vastzitten van de waaier te voorkomen.
Pr:
De pomp draait continu, 24 uur per dag.
en
kunt u door de verschillende parameters lopen, met
dient altijd gelijk te zijn ingesteld aan het maximalen vermogen van het
toestel (zie typeplaatje)
"Pa" automatische modus (pomp draait in verwarmingsbedrijf) of "Pr"
(handmatig bedrijf, pomp draait continu)
G1 (maximaal één element actief), G2 (maximaal 2 elementen actief), G3
(maximaal 3 elementen actief)
"no" normale modus voor cv (aanvoertemperatuur 20-85°C)/ "po" laag
temperatuurmodus (aanvoertemperatuur 20-60°C)
"0" tapwater uitgeschakeld, anders temperatuur instellen tussen 50-85°C
"ti" interne Masterwatt boilersensor / "te" externe open/dicht boiler
thermostaat (werkelijke tapwatertemperatuur niet af te lezen)
"0" uitgeschakeld/ "1" ingeschakeld (onder 0,6Bar blokkeert de pomp, en
wordt niet meer verwarmd)
"A0" voor individueel toestel, "A1" tot "A9" voor meerdere toestellen in
cascade opstelling
"1" flow sensor HubaControl/ "2" Kospel flow sensor
hier wordt de bedrijfstijd in uren weergegeven
w w w . m a s t e r w a t t . n l
w w w . m a s t e r w a t t . n l
gedurende 3 seconden vast te houden.
.
standaard instelling
Pa
G3
no
0
ti
1
A0
1
-
25