5 Werking
Welk type van curve u gebruikt om aanpassingen uit te voeren,
hangt af van uw persoonlijke voorkeur. Zie
gebruiken" [ 4 12].
curves
Beschikbaarheid
De weersafhankelijke curve is beschikbaar voor:
▪ Tank (alleen beschikbaar voor installateurs)
INFORMATIE
Om weersafhankelijk te kunnen werken, moet u het
instelpunt
van
de
"5.8.4 Weersafhankelijke curves
5.8.2
Curve met 2 punten
Definieer de weersafhankelijke curve met deze twee instelpunten:
▪ Instelpunt (X1, Y2)
▪ Instelpunt (X2, Y1)
Voorbeeld
Y2
Y1
X1
X2
Onderde
el
X1, X2
Voorbeelden van omgevingstemperatuur buiten
Y1, Y2
Voorbeelden van de gewenste tanktemperatuur. Het
pictogram stemt overeen met de warmteafgever voor die
zone:
▪
: Warmtapwatertank
Mogelijke acties in dit scherm
Ga door de temperaturen.
Wijzig de temperatuur.
Ga naar de volgende temperatuur.
Bevestig de wijzigingen en ga verder.
5.8.3
Curve volgens helling en afwijking
Helling en afwijking
Definieer de weersafhankelijke curve op basis van de helling en de
afwijking:
▪ Wijzig de helling om de streeftemperatuur van de tank te
verhogen
of
te
verlagen
omgevingstemperaturen. Als de tanktemperatuur bijvoorbeeld
meestal goed is, maar bij een lage omgevingstemperaturen te
koud is, verhoogt u de helling, zodat de tanktemperatuur hoger
wordt naarmate de omgevingstemperaturen zakken.
▪ Wijzig de afwijking om de streeftemperatuur van de tank
gelijkmatig te verhogen of te verlagen voor verschillende
omgevingstemperaturen. Als de tanktemperatuur bijvoorbeeld
altijd
een
beetje
te
omgevingstemperaturen, schuift u de curve omhoog om de
streeftemperatuur van de tank gelijkmatig te verhogen voor alle
omgevingstemperaturen.
Gebruiksaanwijzing
12
"5.8.4 Weersafhankelijke
tank
correct
configureren.
gebruiken" [ 4 12].
Beschrijving
voor
verschillende
koud
is
bij
verschillende
Voorbeelden
Weersafhankelijke curve wanneer helling is geselecteerd:
a
Y4
Y3
Y2
Y1
Zie
X1
Weersafhankelijke curve wanneer afwijking is geselecteerd:
a
Y4
Y3
Y2
Y1
Onderde
el
a
Weersafhankelijke curve vóór wijzigingen.
b
Weersafhankelijke curve na wijzigingen (als voorbeeld):
▪ Wanneer de helling wordt gewijzigd, is de nieuwe
voorkeurstemperatuur bij X1 ongelijkmatig hoger dan
de voorkeurstemperatuur bij X2.
▪ Wanneer de afwijking wordt gewijzigd, is de nieuwe
voorkeurstemperatuur bij X1 gelijkmatig hoger dan de
voorkeurstemperatuur bij X2.
c
Helling
d
Afwijking
X1, X2
Voorbeelden van omgevingstemperatuur buiten
Y1, Y2,
Voorbeelden van de gewenste tanktemperatuur. Het
Y3, Y4
pictogram stemt overeen met de warmteafgever voor die
zone:
▪
: Warmtapwatertank
Mogelijke acties in dit scherm
Selecteer helling of afwijking.
Verhoog of verlaag de helling/afwijking.
Wanneer helling is geselecteerd: stel de helling in en
ga naar afwijking.
Wanneer afwijking is geselecteerd: stel de afwijking
in.
Bevestig de wijzigingen en keer terug naar het
submenu.
5.8.4
Weersafhankelijke curves gebruiken
Configureer weersafhankelijke curves als volgt:
De instelpuntstand definiëren
Om de weersafhankelijke curve te gebruiken, moet u de correcte
instelpuntstand definiëren:
Ga naar instelpuntstand...
Tank
c
b
d
X2
c
b
d
X1
X2
Beschrijving
Stel de instelpuntstand in op...
EKHWET90+(U)120B
R32 Split-serie – Warmtapwatertank
4P680075-1F – 2024.04