ACCESSOIRES - Vloerborstel
Voor de bewerking van grote oppervlaktes zoals tapijten en vloerbedekking. De vloerborstel kan zowel met
als zonder doek gebruikt worden. Besmettelijke oppervlaktes kunt u beter wel met de doek reinigen. Voor het
aanbrengen van de doek drukt u de veerklemmen naar beneden, leg de doek erin en laat de klemmen los
(zie figuur 3).
ACCESSOIRES - Gebogen spuitmond (18)
Deze opzetmond is voor het reinigen van hoeken en lastig bereikbare plaatsen bijv. kleine ruimtes zoals in het
toilet en de wastafel.
ACCESSOIRES - Ronde borstels (15 & 16)
Deze opzetstukken zijn voor het reinigen van sterk vervuilde plekken of ruwe oppervlakken, bijv. voor het
schoonmaken van voegen.
LET OP:
•
Maak voor gevoelige oppervlaktes geen gebruik van het opzetborsteltje. Hierdoor kan de te reinigen
oppervlakte beschadigen.
ACCESSOIRES - Raamwisser (14)
Deze opzetmond is voor het reinigen van grote glazen oppervlaktes zoals ramen en spiegels.
LET OP:
•
's Winters dient u de ramen vooraf te verwarmen door deze met een beetje stoom in te spuiten vanaf een
afstand van ongeveer 30cm, begin pas daarna aan de reiniging.
WERKING - Stoomreinigen
Het
stoompistool
is
kinderbeveiliging (12). De stoomregelaar wordt
geblokkeerd
wanneer
(onderzijde stoompistool) indrukt. Middels deze
vergrendeling voorkomt u dat er ongewild stoom uit
het pistool komt, wanneer het apparaat door derden
ondeskundig wordt gebruikt (zie afbeelding 4).
1. Vul het waterreservoir met water (zie 'Reservoir
met water vullen').
2. Plaats het juiste accessoire (zie 'Accessoires
plaatsen').
3. Steek de stekker in het stopcontact.
4. Zet het apparaat aan door op de aan/uit
schakelaar (8) te drukken.
5. Het
powerindicatielampje
stoomindicatielampje (7) gaan branden. Het
apparaat wordt nu verwarmd (±10 minuten).
6. Het stoomindicatielampje gaat uit, als de
stoomreiniger klaar is voor gebruik.
uitgerust
met
een
u
de
vergrendeling
(6)
en
het
20
NL