Automatische bediening
Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op
het lichtnet. De OPERATION indicator op de
display van de binnenunit begint te knipperen.
1. Druk op de MODUS toets om Auto te
selecteren.
2. Druk op OMHOOG / OMLAAG om de
gewenste temperatuur in te stellen. De
temperatuur kan worden ingesteld op een
stand tussen 17 °C ~ 30 °C in stappen van 1°C.
3. Druk op AAN / UIT-om de airconditioner te
starten.
OPMERKING
1.
In de AUTO modus kan de airconditioner
logischerwijs kiezen voor de Koeling, Fan
en Verwarming door het detecteren van
het verschil tussen de werkelijke
kamertemperatuur en de
temperatuurinstelling op de
afstandsbediening.
2.
In de AUTO modus kunt u de fansnelheid
niet veranderen. Dit wordt automatisch
geregeld.
3.
Indien de Auto-modus niet aangenaam
voor u is, kunt u uw gewenste stand
handmatig selecteren.
Koelen / verwarmen / bediening van de fan
Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op
het lichtnet.
1.
Druk op de MODE toets om KOEL, HEAT
(alleen op koeling- en
verwarmingsmodellen) of FAN te
selecteren.
2.
Druk op de OMHOOG / OMLAAG toetsen
om de gewenste temperatuur in te stellen.
De temperatuur kan worden ingesteld
worden op een stand tussen 17 °C ~ 30O
C in stappen van 1°C.
3.
Druk op de FAN toets om de fansnelheid
in vier stappen te selecteren; Auto, Laag,
Medium of Hoog.
4.
Druk op de aan / uit-toets om de
airconditioner te starten.
OPMERKING
In de FAN modus wordt de ingestelde
temperatuur niet op de afstandsbediening
weergegeven en u kunt de kamertemperatuur
niet zelf instellen. In dit geval kunnen alleen de
stappen 1, 3 en 4 worden uitgevoerd.
7