Zorg ervoor dat u een duidelijk zicht vooruit hebt, zodat u veilig op de Elektrische Scooter kunt rijden.
●
Uw voeten moeten tijdens het rijden altijd op de voetenplank rusten.
●
De Elektrische Scooter kan slechts één persoon ondersteunen.
●
Niet abrupt starten of stoppen.
●
Rij niet op steile hellingen.
●
Stop met rijden op de elektrische scooter als u een stevig voorwerp (zoals een muur of een andere
●
constructie) ermee raakt.
Rij niet op slecht verlichte of donkere plekken.
●
Gebruik de Elektrische Scooter op eigen risico, wij zijn niet aansprakelijk voor ongelukken of schade.
●
Rij op een veilige snelheid waarop u op elk moment kunt stoppen.
●
Houd de Elektrische Scooter op voldoende afstand van andere personen en vermijd aanrijdingen.
●
Stuur door balansverschuiving, snelle bewegingen kunnen leiden tot vallen.
●
Rij niet in de regen of in andere natte omstandigheden. Rij uitsluitend in droog weer.
●
Rij niet over obstakels, indien mogelijk, en vermijd sneeuw, ijs en gladde oppervlaktes.
●
Indien mogelijk, rij niet over textiel, kleine takken en stenen.
●
Indien mogelijk, rij niet op nauwe plekken of op plaatsen met obstakels.
●
Op en van de Elektrische Scooter springen zal beschadiging veroorzaken die niet wordt gedekt door de
●
garantie. Er bestaat een risico op letsel. Letsel en schade wegens stunts en trucs worden niet gedekt
door de garantie.
13.6 Opladen
Zorg ervoor de Elektrische Scooter, lader en DV-stroomingang van het apparaat altijd droog te
●
houden.
Opmerking: Gebruik voor het opladen van deze elektrische scooter alleen de bijgeleverde SPC-
●
120WW-546020 lader met de volgende uitgangsspanning: 54,6 V, 2 A.
Gebruik van een andere lader kan tot schade aan het apparaat en andere risico's leiden.
●
Gebruik de netvoedingsadapter om de DC-ingang van het apparaat op een normaal stopcontact aan te
●
sluiten.
Het opladen duurt 4 uur. Laad de accu niet langer dan 4,5 uur op. Koppel de lader na 4 uur los van het
●
apparaat en van de voeding. Overbelasting zal de levensduur van de accu inkorten.
Het product mag niet te langdurig worden opgeladen.
●
Houd het apparaat altijd in de gaten gedurende de laadcyclus.
●
Laad het apparaat alleen op in temperaturen tussen 0 °C en +45 °C.
●
Bij het opladen bij lagere of hogere temperaturen bestaat het risico dat de prestaties van de accu
●
afnemen. Daarom is er een potentieel risico op verwondingen en materiële schade.
Het apparaat uit de buurt van ontbrandbare materialen in een open, droge ruimte opbergen en
●
opladen.
Laad het apparaat niet op in direct zonlicht of in de buurt van open vlammen.
●
15