De camera gebruiken
Aan de achterzijde van de smartphone is een 5 megapixel digitale camera
geplaatst. In dit hoofdstuk vindt u alle informatie over het maken van foto's en
video's met de smartphone.
Activeer de camera door de cameratoets lang ingedrukt te houden of open de
toepassingenlijst en tik op Camera.
Pictogrammen en instellingen van de camera
In het cameravenster kunt u met drie pictogrammen schakelen tussen camera en
camcorder, de zoom aanpassen of de instellingen wijzigen. Bovendien is er een pijl
zichtbaar in de linkerbenedenhoek van het scherm wanneer u foto's genomen hebt.
Tik op de pijl om de foto's te zien die u genomen hebt. Tik op een afbeelding en
houd die vast om een menu te openen dat de volgende opties heeft:
• deel ... de afbeelding via Berichten.
• delen op SkyDrive.
• gebruiken als achtergrond .
• de afbeelding verwijderen.
• toevoegen aan favorieten.
• de afbeelding automatisch repareren.
Camera-instellingen
Tik op het pictogram instellingen in de linkerbenedenhoek van het scherm om het
menu camerainstellingen te openen. Hier kunt u de instellingen aanpassen aan uw
behoeften.
• Instellingen opslaan: Slaat de wijzigingen op die u hebt aangebracht in de
instellingen.
• Standaardinstellingen herstellen: Zet de instellingen terug naar de
standaardinstellingen.
• Fotoresolutie: Stelt de resolutie in van de foto's die u neemt. U kunt
eveneens de beeldverhouding instellen (4:3 of 16:9).
Pictogrammen en instellingen van de camera
31