Resolutie van 8 megapixels met een beeldverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u op
breedbeeldschermen wilt weergeven.
3MP
2048×1536(4:3)
Resolutie van 3 megapixels met een beeldverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt weergeven op
beeldschermen zonder breedbeeldformaat of wilt afdrukken met een hoge resolutie.
2MP
1920×1080(16:9)
Resolutie van 2 megapixels met een beeldverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u op
breedbeeldschermen wilt weergeven.
Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u een foto maken zonder het apparaat vast te houden.
Gebruik deze functie om zelfportretten te maken, of groepsfoto's waarbij iedereen op de
foto staat. U kunt de zelfontspanner gebruiken om te voorkomen dat de camera
beweegt tijdens het nemen van foto's.
Aan (10 seconden)
Een vertraging van 10 seconden instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment
dat de foto wordt gemaakt
Aan (2 seconden)
Een vertraging van 2 seconden instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment
dat de foto wordt gemaakt
Aan (0,5 seconden)
Een vertraging van een halve seconde instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het
moment dat de foto wordt gemaakt.
Uit
De foto wordt gemaakt zodra u op het camerascherm tikt.
Smile Shutter™
Gebruik de functie Smile Shutter™ om te bepalen op wat voor lach de camera reageert
voordat u een foto neemt.
Scherpstelmodus
Met de scherpstelfunctie bepaalt u welk deel van een foto scherp moet zijn. Wanneer
continu automatisch scherpstellen is ingeschakeld, blijft de camera scherpstellen zodat
het gebied in het focuskader scherp blijft.
Enkelv. automat. scherpstellen
De camera stelt automatisch scherp op het geselecteerde onderwerp. Continu automatisch scherpstellen is
ingeschakeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast totdat het focuskader van kleur verandert; dit
betekent dat er is scherpgesteld. De foto wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt.
Meerv. automat. scherpstellen
Er wordt automatisch scherpgesteld op verschillende gebieden van het beeld. Raak het camerascherm aan
en houd het vast totdat het focuskader van kleur verandert; dit betekent dat er is scherpgesteld. De foto
wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt. Continu automatisch scherpstellen is
uitgeschakeld.
Gezichtsherkenning
De camera kan maximaal vijf gezichten herkennen. De gezichten worden gemarkeerd met kaders op het
scherm. De camera stelt automatisch scherp op het dichtstbijzijnde gezicht. U kunt ook selecteren op welk
gezicht u wilt scherpstellen door erop te tikken op het scherm. Wanneer u op het camerascherm tikt, geeft
een gekleurd kader het gezicht aan dat is geselecteerd en waarop wordt scherpgesteld. Gezichtsdetectie kan
niet voor alle scènetypen worden gebruikt. Continu automatisch scherpstellen is ingeschakeld.
Aanraakscherpstelling
Raak een specifiek gebied op het camerascherm aan om het scherpstelgebied in te stellen. Continu
automatisch scherpstellen is uitgeschakeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast totdat het
focuskader van kleur verandert; dit betekent dat er is scherpgesteld. De foto wordt gemaakt wanneer u uw
vinger van het scherm haalt.
Objecttracering
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
101