Figuur 6 : Aanpassen riemschijven
.
Merk op : punten a, b, c & d zijn in lijn
11.4 Werking luchtkleppen :
luchtkleppen ongehinderd en in de juiste
volgorde roteren (deze volgorde moet in
overeenstemming zijn met de specificaties).
Controleer dat de luchtkleppen zich volledig
kunnen sluiten. Bij modulerende luchtkleppen
(0-100%)
regelt
luchtkleppen in wijzer- en tegenwijzerzin aan
beide inlaatzijden en dit terzelfdertijd.
11.5 Werking
ventilatormotor
motorspanning en opgenomen stroomsterkte
en vergelijk met de opgegeven waarden.
Ga de draairichting (hiervoor verwijzen wij
naar het richtingspijltje aangebracht op de
ventilatoromkasting) van de ventilatormotor
na
door
de
onmiddellijk terug uit te schakelen.
gebeurt met open controledeur van de
ventilator.
Na het opstarten met gesloten deuren komt
de ventilatormotor op de juist afgestelde
snelheid te draaien. Vergewis U ervan dat
ventilator en motor vervolgens aan een rustig
tempo verder werken.
11.6 Indien nodig wordt bij de fabricatie van het
toestel een by-pass ingesteld en verzegeld.
Hieraan mag niets worden gewijzigd zonder
de uitdrukkelijke toestemmming van de
fabrikant .
11.7 Koelsectie : Vergewis U ervan dat de
koelvinnen gekamd en onbeschadigd zijn en
dat de koelbatterijen niet worden geblokkeerd
door
o.a.
beschermpanelen, e.d.
Respecteer de maximum belasting van alle
toegepaste motoren (e.g. : compressormotor,
etc ...), vermeld op de kenplaatjes.
Controleer
ongehinderd
kan
condensaatbak. Controleer deze laatste op
waterdichtheid.
water.
RP000BENL
controleer dat de
de
servomotor
:
Controleer
motor
kortstondig
:
verpakkings-materiaal,
dat
het
condenswater
wegvloeien
naar
Vul borrelvat met zuiver
11.8 Warmtesectie
installatie-instructies (RHC DJL/ RHC RJL –
respectievelijke binnenbouw en buitenbouw
toepassingen).
Bij toepassing van indirect gasgestookte
verwarmingstoestellen : controleer afvoer- en
toevoersystemen op volledigheid en correcte
aansluiting.
systemen
beschadiging & lekken. Verzeker U ervan dat
verbrande
opstapelen
Als het toestel wordt geïnstalleerd als een
type B, d.w.z. dat de verbrandingslucht uit de
te verwarmen ruimte wordt aangezogen,
moet er een voldoende aanvoer van verse
lucht voorzien zijn, in overeenstemming met
alle van toepassing zijnde reglementeringen
(zie ook 8.3).
de
In
(standaard of verhoogd luchtdebiet) wordt de
warmtesectie
toepasselijke stand van de by-pass.
by-pass regelt de hoeveelheid lucht doorheen
de warmtewisselaar (te veel lucht doorheen
de
condensvorming
daarentegen resulteert in oververhitting).
Opgelet : Aan deze afstelling mag zonder de
in-
&
toelating van de fabrikant niets worden
Dit
gewijzigd.
warmtewisselaar vervalt indien men zich
hieraan niet houdt.
11.9 Warmwatersectie / stoomsectie :
Ga na of de batterijen geen sporen van
beschadiging vertonen en zorg dat ze
onbelemmerd kunnen werken. Kijk warmte- &
stoomleidingen na op eventuele lekken.
Controleer juiste werking van regelapparatuur
(e.g. : water- & stoomafsluiters).
11.10 Filtersectie :
Afhankelijk
meerdere
ingebouwd. Controleer dat de filters op een
correcte
geïnstalleerd zodat de filters zeker niet door
de luchtstroom kunnen worden meegezogen.
Controleer dat eventuele vervuilde of ver-
stopte
d.m.v. een indicatielampje).
11.11 Aanvoer verse lucht : alle luchtinlaten worden
de
voorzien van afschermroosters zodat het
toestel voldoet aan de beschermklasse IP20.
Vergewis U ervan dat alle luchtinlaten vrij zijn
van
etc ...
:
raadpleeg
Controleer
op
eventuele
gassen
zich
in
de
functie
van
het
beoogd
ingebouwd
warmtewisselaar
-
te
Alle
garantie
van
de
toepassing
filtersecties
&
en
veilige
filter(s) worden gesignaliseerd (vb.
verzendings- & verpakkingsmateriaal,
ingesloten
tevens
beide
sporen
van
niet
kunnen
installatieruimte.
luchtdebiet
met
de
Deze
veroorzaakt
weinig
lucht
op
de
kunnen
-types
worden
manier
werden
11/15