11. Ingang kanaal A via gebalanceerde XLR aansluiting.
12. BRIGE/STEREO keuzeschakelaar
13. Uitgang kanaal B (min. luidsprekerimpedantie: 4
14. Uitgang Bridge: te gebruiken als keuzeschakelaar #12 op 'BRIDGE' staat (min. luidsprekerimpedantie: 8
15. Uitgang kanaal A (min. luidsprekerimpedantie: 4
16. Zekeringhouder
17. Aansluiting voedingskabel
c. Gebalanceerd / Ongebalanceerd ingangssignaal
Als een ongebalanceerd ingangssignaal aangesloten wordt via een XLR-aansluiting, moet er een
brug gemaakt worden tussen pin 1 en pin 3 (zie figuur links). Voor een ongebalanceerd
ingangssignaal kunt u ook de 6.35mm-aansluiting gebruiken.
d. Mono / Bridge Mode
In MONO mode is enkel de ingang van kanaal A actief. De keuzeschakelaar (#12) moet op de BRIDGE stand staan.
In BRIDGE mode zijn beide kanalen (A & B) intern verbonden om als 1 kanaal te werken. Enkel de ingang van
kanaal A is actief.
Voor beide modes mag enkel de BRIDGE uitgang (#14) gebruikt worden. De
aansluitingen A en B (#13 & 15) worden enkel gebruikt in STEREO mode
(keuzeschakelaar #12 in de STEREO stand). De aansluiting moet gemaakt worden
zoals in de figuur rechts, met een professionele aansluiting (type CAS101):
e. Stereo Mode
In STEREO mode sluit u de kanalen A en B aan via de XLR- of 6.35mm-aansluitingen. De keuzeschakelaar (#12)
moet op STEREO staan. Gebruik de A en B uitgangsaansluitingen (#13 & 15).
f. Parallelle Mode
In mono of bridge mode zult u doorgaans slechts één luidsprekersysteem kunnen aansturen door de minimum
impedantie van 8 .
Als er bijvoorbeeld een aantal monitorluidsprekersystemen (8 elk) moeten aangestuurd worden, kunt u de kanalen
A en B in parallelle mode schakelen:
- sluit het ingangssignaal aan op de XLR-aansluiting van kanaal A
- verbind de 6.35mm-aansluitingen van kanaal A en B door middel van een afgeschermde verbindingskabel.
- zet de keuzeschakelaar (#12) op STEREO
- sluit de luidsprekers aan op de uitgangen A en B (#13 & 15).
6. Reiniging en onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
2. De behuizing en bevestigingsmaterialen mogen niet vervormd of aangepast zijn.
3. De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een geschoolde technicus.
4. Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
5. Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of solventen.
6. De gebruiker mag enkel de zekering vervangen.
7. Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw dealer.
VPA2350MB
)
)
Beide versterkerkanalen zijn uitgerust met een gebalanceerde XLR-ingang
(vrouwelijk) en een gebalanceerde 6.35mm mono aansluiting.
Ingangskabels moeten afgeschermd zijn!
6
)
VELLEMAN