3. Installatie en bediening
VOORZICHTIG
verpakking met het beschermingsmateriaal er nog omheen. De verpakking en
het beschermingsmateriaal voorkomen dat de sensor vervuild of beschadigd
raakt. Dek de aansluitingen af wanneer ze niet worden gebruikt.
WAARSCHUWING
drukmedia zijn gevaarlijk en kunnen letsel toebrengen aan personeel en schade
toebrengen aan eigendommen en het milieu. Zorg dat de apparatuur correct
geïnstalleerd en aangesloten is en dat de drukkoppelingen juist afgedicht zijn.
Zorg dat de werking van de apparatuur overeenkomt met de specificatie. Gebruik
de geschikte bescherming en voer alle veiligheidsmaatregelen uit.
WAARSCHUWING
explosieve omgevingen, zie de aanvullende instructies over installatie in
gevaarlijke omgevingen.
3.1 Algemene vereisten
Controleer de levering op volledigheid wanneer u de sensor heeft ontvangen.
Raadpleeg het gegevensblad van het product of, indien van toepassing, de specificatietekening
om de elektrische en drukaansluitingen te identificeren.
Gebruik geen kracht bij het installeren van de sensor. Gebruik enkel een sleutel om de moertjes
van de sensor aan te draaien.
De omgevingstemperatuur en de te meten procesmedia mogen de in de sensorspecificatie
gespecificeerde bereiken niet overschrijden.
Gebruik de sensor niet op plekken waar het drukmedium kan bevriezen. Hierdoor kunnen de
sensor en de aangesloten drukapparatuur beschadigd raken.
De materialen die zijn gebruikt voor de primaire behuizing en de drukvlakken zijn geïdentificeerd
in de datasheet of, indien van toepassing, de specificatietekening. Zorg ervoor dat de materialen
geschikt zijn voor de installatie.
Voordat u de apparatuur gebruikt, verwijdert u de plastic/rubberen beschermdop van de
drukconnector.
Sommige modellen hebben een wit PTFE-ontluchtingsfilter in de wand van de behuizing. Zorg
ervoor dat het ontluchtingsfilter juist is geïnstalleerd, verzonken in het element.
3.2 Veiligheidsmaatregelen
Het is niet toegestaan om sensoren te plaatsen in systemen waarvan de druk de
overbelastingswaarden kan overschrijden die in het gegevensblad of de klantspecifieke
specificatietekening zijn aangegeven.
Aansluiting en ontkoppeling van de sensoren op het voedingsnet dat de druk van het te meten
medium levert, moeten worden uitgevoerd nadat de afsluitklep van het proces is gesloten en de
druk in de werkkamer gelijk is gemaakt aan de atmosferische druk.
De verbindingsleidingen moeten een eenzijdige hellingshoek hebben (van minimaal 1:10) van het
drukverzamelpunt tot boven de sensor indien het te meten medium gas is, en tot onder de sensor
indien het medium vloeistof is. Indien dit niet mogelijk is, moeten er bij het meten van de gasdruk
op de onderste punten van de verbindingsleidingen slibvaten worden geïnstalleerd, en bij het
meten van de vloeistofdruk op de hoogste punten gascollectoren worden geïnstalleerd.
Hulpmiddelen om de sensoren te monteren moeten worden gemonteerd op rechte stukken, op
de grootst mogelijke afstand van pompen, vergrendelingen, knikken, compensatoren en andere
Copyright 2022 Baker Hughes Company.
4 | UNIK5#00-reeks–Nederlands
Bewaar de sensor tot de installatie in de oorspronkelijke
Hoge drukwaarden, temperaturen en potentieel giftige
Voor sensoren die bedoeld zijn voor gebruik in