B) Bepalen van de kanaalkeuze:
Zie de figuren 4.1 tot 4.5 om de ontvanger af te stemmen op een
van de 15 kanalen van de zender.
C) Keuze of men een omschakel (uitgang) of een puls contact wil:
zie figuur 5.1 voor een omschakel contact en figuur 5.2 indien
men een puls contact wenst.
OPMERKING: Vóór het veranderen van een instelling moet men
de netspanning verwijderen, de processor zal anders de nieuwe
instellingen niet aanvaarden.
TEST EN GEBRUIK
Verbind de netspanning met de punten MAINS
OPGELET: BEPAALDE PUNTEN VAN DE SCHAKELING ZIJN
NU RECHTSTREEKS MET HET NET VERBONDEN.
Test de werking van de ontvanger door de zender te bedienen
(juiste kanaal) en ook door de lokale drukknop in te druken.
OPMERKING: Het kan gebeuren dat de afstand zender-
ontvanger minimum 1 meter moet zijn alvorens de ontvanger
werkt.
Met de CLEAR toets op de afstandsbediening kan men alle
ontvangers samen uit zetten. Verder heeft men de volgende
mogelijkheden met de afstandsbediening
a) Vastleggen van een geheugen:
Druk gelijktijdig de toetsen STORE en MEM1 of MEM2 in.
Als de ontvanger het geheugen aanvaardt heeft dan zal deze dit
bevestigen door het relais (en de indicatie LED) even te laten
knipperen, dit kan handig zijn indien men meerdere ontvangers in
dezelfde ruimte gebruikt.
b) Oproepen van een geheugen:
Oproepen van geheugen 1, druk CALL1
H6713-ED1-8