5 - Selecteer Volgende om de scan onmiddellijk te
starten met de huidige satellietinstellingen.
6 - Selecteer de Satellietnaam om de
satellietinstellingen te bekijken en te wijzigen. Zodra
de satellietinstellingen zijn bevestigd, drukt u op
Terug en selecteert u Volgende om de scan te
starten.
De items voor satellietinstellingen bevatten alle
informatie over satellieten.
• Satellietstatus - Het item mag niet worden gewijzigd
wanneer u Satelliet voorkeurselecteert, maar wel in
Satelliet algemeen. Druk op de navigatietoetsen
naar links of rechts om de status van de
geselecteerde satelliet in of uit te schakelen.
• Satellietselectie - Het item is alleen bedoeld voor
het aangeven van de naam van de satelliet, het is niet
toegestaan deze te wijzigen.
• Scanmodus - Druk op de navigatietoetsen naar links
of rechts om de scanmodus in te stellen op Volledig
of Netwerk.
• Scantype - Druk op de navigatietoetsen naar links
of rechts om het scantype in te stellen op Alle, Alleen
gecodeerde zenders of Alleen niet-gecodeerde
zenders.
• Opslagtype - Druk op de navigatietoetsen naar links
of rechts om het opslagtype in te stellen op Alle,
Alleen digitale zenders of Alleen radiozenders.
• LNB-configuraties - Druk op OK om de LNB-
configuraties voor de LNB-voeding, LNB-frequentie,
Toon van 22 KHz, Signaalkwaliteit en Signaalniveau
weer te geven of aan te passen.
• Transponder - Druk op OK om de
transponderinstellingen voor Frequentie,
Signaalsnelheid en Polarisatie aan te passen.
• Signaalkwaliteit - Bekijk de signaalkwaliteit van de
satelliet op basis van een waarde tussen 0 en 100.
• Signaalniveau - Bekijk het signaalniveau van de
satelliet op basis van een waarde tussen 0 en 100.
Zenders scannen met Satelliet handmatig
afstemmen
Satelliet handmatig afstemmen wordt gebruikt om
slechts één satelliet te scannen door de transponder
van de geselecteerde satelliet in te stellen. Bij dit type
scannen is alleen transponderaanpassing toegestaan,
andere instellingsitems zijn uitgeschakeld.
Unicable-installatie
Het Unicable-systeem
U kunt een systeem met één kabel of Unicable-
systeem gebruiken om de schotelantenne op de TV
aan te sluiten. In een systeem met één kabel wordt de
schotelantenne met één kabel op alle satelliettuners
in het systeem aangesloten. Een systeem met één
kabel wordt met name gebruikt in flatgebouwen. Als u
gebruik maakt van een Unicable-systeem, wordt u
tijdens de installatie gevraagd een User Band-
nummer en overeenkomstige frequentie toe te wijzen.
Als er na een Unicable-installatie zenders ontbreken,
is er mogelijk op hetzelfde moment nog een
installatie op het Unicable-systeem uitgevoerd. Voer
de installatie opnieuw uit om de ontbrekende zenders
te installeren.
User Band-frequentie
In een Unicable-systeem moet elke aangesloten
satelliettuner een nummer hebben (bijv. 0, 1, 2 of 3,
enzovoort).
U vindt de beschikbare User Bands en de
bijbehorende nummers op de Unicable-switchbox.
User Band wordt soms afgekort tot UB. Als u Unicable
selecteert in de instellingen, wordt u gevraagd het
unieke User Band-nummer toe te wijzen voor elke
ingebouwde satelliettuner. Een satelliettuner kan niet
hetzelfde User Band-nummer hebben als een andere
satelliettuner in het Unicable-systeem.
User Band-frequentie
Voor de ingebouwde satellietontvanger is naast het
unieke User Band-nummer ook de frequentie van het
geselecteerde User Band-nummer nodig. Deze
frequenties staan meestal naast het User Band-
nummer op een Unicable-switchbox.
Satelliet CAM
Als u een CAM (CI+) (Conditional Access Module) met
een smartcard gebruikt om naar satellietzenders te
kijken, wordt u geadviseerd om de CAM in de TV te
plaatsen wanneer u de satellietinstallatie uitvoert.
De meeste CAM's worden gebruikt om zenders te
decoderen.
De nieuwste generatie CAM's kan alle satellietzenders
zelf op uw TV installeren. De CAM zal zelf vragen om
te installeren. Deze CAM's installeren en decoderen
niet alleen de zenders, maar kunnen ook gewone
zenderupdates verwerken.
Het CAM(CI+)-menu openen...
Druk op MENU > TV-opties > CI-kaart en druk op
OK.
13