Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling En Afstelling; Voorbereidingen; Vullen En Ontluchten; Inbedrijfstelling En Inspectie - Nibe S135 Installatiehandleiding

Ventilatie
Verberg thumbnails Zie ook voor S135:
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling en afstelling

Voorbereidingen

1.
Controleer of de schakelaar voor de hoofdeenheid in de
stand " " staat.
2.
Schakel de stroom naar de S135 uit.
3. Controleer of de vulventielen volledig dicht zijn.

Vullen en ontluchten

HET KLIMAATSYSTEEM VULLEN
1.
Controleer of de extern gemonteerde afsluiters voor het
verwarmingssysteem open zijn.
2.
Open de ontluchtingsafsluiter (QM25).
3. Open de extern gemonteerde vulkleppen. De S135 en
de rest van het klimaatsysteem worden met water ge-
vuld.
4. Wanneer het water dat de ontluchter (QM25) verlaat niet
met lucht is vermengd, sluit u de klep.
5. Na een tijdje begint de druk op de externe drukmeter te
stijgen. Als de druk 2.5 bar (0.25 MPa) bereikt, begint de
externe veiligheidsklep water door te laten. Sluit de ex-
terne vulklep.
6. Verlaag de keteldruk naar het normale werkbereik (ca.
1 bar) door de ontluchtingsklep (QM25) of de externe
veiligheidsklep te openen.
HET KLIMAATSYSTEEM ONTLUCHTEN
1.
Schakel de stroom naar de ventilatiewarmtepomp uit.
2.
Ontlucht de ventilatiewarmtepomp via de ontluchtings-
klep (QM25) en de rest van het klimaatsysteem via de
relevante ontluchtingskleppen.
3. Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwijderd
en de druk klopt.
NIBE S135

Inbedrijfstelling en inspectie

OPSTARTEN
LET OP!
Er moet water in het klimaatsysteem zitten voordat
de S135 wordt ingeschakeld.
LET OP!
De circulatiepomp mag niet van stroom worden
voorzien voordat S135 in de hoofdeenheid is geac-
tiveerd.
1.
Start de S135 op door de stroomkabel aan te sluiten.
2.
Volg de instructies in de startgids via het display van de
hoofdunit. Als de startgids niet start als u de hoofdunit
start, kunt u hem handmatig starten in menu 7.7.
VENTILATIE INSTELLEN
De ventilatie moet worden ingesteld in overeenstemming
met de toepasselijke normen. De ventilatorsnelheid wordt
ingesteld in menu 5.1.5 - "ventilatorsnelheid".
De ventilatie moet worden ingesteld in overeenstemming
met de toepasselijke normen. De ventilatorsnelheid wordt
ingesteld in menu 7.1.4.1 - "Vent. snelh., afvoerlucht".
Stel bij aansluiting op een andere warmtepomp de ventilatie
in met potentiometer (AA5-SF3).
Zelfs wanneer de ventilatie ruwweg is ingesteld tijdens de
installatie, is het van belang dat een ventilatieaanpassing
wordt aangevraagd en toegestaan.
LET OP!
Vraag om een ventilatieaanpassing om de instellin-
gen te voltooien.
QM25
Ventilatorcapaciteit
Beschikbare druk
Tillgängligt tryck
(Pa)
500
400
300
200
100
0
0
0
60% 70%
50%
40%
30%
50
100
150
200
25
50
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
100%
90%
80%
250
(m
3
/h)
(l/s)
75
Luchtstroom
Luftflöde
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave