Installatie en Onderhoud
Opmerking : grijs getinte blokken geven parameters weer die
slechts onder bepaalde omstandigheden zichtbaar zijn.
6.5.6.
OUTPUT DRIVE submenu
6.5.7.
OUTPUTS RETRANS
Het van op afstand me,ten vastleggen of weergeven van het wa-
terniveau.
0 of 4 mA
Keuze tussen 0 of 4 mA als minimum.
De fabrieksinstelling is 4 mA (zodat 0mA de indicatie kan zijn van
een probleem).
SET
De 4mA & 20 mA retransmissie wordt ingesteld als een percentage
van het peilglas, normaal gezien is 4 mA = 0 % & 20 mA = 100%.
Dit kan echter gewijzigd worden, indien gewenst;
Indien de 4 mA gelijkgesteld wordt met een percentage hoger dan
dit van de 20 mA, wordt de aktie omgekeerd, bijvoorbeeld stijgend
waterniveau zal dalende stroomuitgang geven.
CHECK
Hierbij heeft men de mogelijkheid de 4 & 20 mA instelling iets te
wijzigen.
6.5.8.
OUTPUTS POSITION
Uitgangsignaal naar een 4-20 mA klepstandsteller.
0 of 4 mA
Keuze tussen 0 of 4 mA als minimum.
De fabrieksinstelling is 4 mA (zodat 0mA de indicatie kan zijn van
een probleem).
SET
De 4mA & 20 mA retransmissie wordt ingesteld als een percentage
van het peilglas, normaal gezien is 4 mA = 0 % & 20 mA = 100%.
Dit kan echter gewijzigd worden, indien gewenst;
Indien de 4 mA gelijkgesteld wordt met 100 % & de 20 mA met 0%,
wordt de aktie omgekeerd.
CHECK
Hierbij heeft men de mogelijkheid de 4 & 20 mA instelling iets te
wijzigen.
6.5.9.
OUTPUTS COMMS
ADDRESS : het adres wordt op 1 gezet, tenzij andere regelaars
eveneens op het systeem zitten.
BAUD – instellen van de BAUD snelheid, aangepast aan de lijn of
systeem.
IR COMMS – infra-rood, selectie master of slaaf.
Zie 6. Communicatie.
IM-P402-128 / AB-BEn-03
Selectie van het type regeling, nl.
ON/OFF of PROP (proportion-
eel).
Selectie van PUMP IN (vullen) of
PUMP out (legen).
Enkel
beschikbaar
indien
proportionele
regeling
werd
geselecteerd.
Keuze tussen
driepuntsturing (VMD of valve
motor drive) of 4-20 mA.
Enkel
beschikbaar
indien
proportionele
regeling
werd
geselecteerd.
Er wordt een
bredere DEADBAND gekozen
indien
de
omstandigheden
turbulenter zijn.
Stel 10 % in als startpunt.
6.5.10. ALARM 1 & ALARM 2 menus
LATCH : Waarschuwing : iedere maal dat zich een
waterniveau alarm voordoet en deze LATCH-parameter
geselecteerd wordt, worden gegevens uit het niet vluchtig
geheugen gehaald.
Deze werking heeft een beperkt aantal
cycli, en vermindert dus de le-vensduur van het toestel
(bijvoorbeeld : indien een alarm zich iede-re dag voordoet, zal
de levensduur ca. 13 jaar zijn).
LC2650
Instellen
van
het
alarm
hoogwateralarm
laagwateralarm.
U
dient
wel
de
geldende
wetgeven
voor
vbv.
Stoomketels te volgen !!
Instellen
van
het
reële
percentage waarbij het alarm
werkt.
VB. hoogwateralarm op 85 %
van het peilglas.
Dempend
effect.
Fabrieksinstelling is 5%.
Stel
een
hogere
waarde
in
turbulente omstandigheden.
Een extra dempend effect voor
sterk turbulente stoomketels.
Instelling tussen de 0 & 99
seconden.
Door de extra
vertraging
worden
valse
alarmen vermeden.
Elk alarm kan ingesteld worden
als "latching" of niet-latching.
Indien latch gekozen wordt, blijft
het alarm aanwezig tenzij het
verwijderd wordt door met het
paswoord in het in dienst name
menu te gaan.
Het afzetten van de spanning
- 15 / 24 -
:
of
bij