Installeer de pomp indien mogelijk hoger dan het wateroppervlak waaruit
gepompt moet worden. Als dat niet mogelijk is, installeert u tussen
de pomp en de aanzuigslang, bijv. voor het reinigen van het ingebouwde
filter, een onderdrukvaste klep.
Bij vaste installatie van de pomp binnenshuis voor de voorziening van
huishoudelijk water moet de hydrofoorpomp niet klemvast via starre
buizen met het buizenstelstel worden verbonden, maar met flexibele
slangleidingen, om geluiden te verminderen en beschadiging van
de pomp door drukslagen te voorkomen.
Gebruik bij vaste installatie zowel aan de aanzuigzijde als aan de drukzijde
geschikte kleppen. Belangrijk bijv. voor onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden of bij buiten bedrijf stellen.
De aansluitstukken aan de aanzuig en drukzijde mogen alleen
met de hand worden aangedraaid.
Slang aan aanzuigzijde aansluiten [ afb. I2 ]:
Er dient een vacuümvaste aanzuigslang gebruikt te worden, bijv:
– GARDENA aanzuiggarnituur art.nr. 1411 / 1418 / 1412 of
– GARDENA aanzuigslang voor bronnen art.nr. 1729.
Aan de aanzuigzijde geen waterslang-insteeksysteemonderdelen
gebruiken!
v Aanzuigslang
5
met de aansluiting aan de aanzuigzijde
de pomp verbinden.
5
Aanzuigslangen
zonder schroefdraadaansluiting via een aansluitstuk
(bijv. art.nr. 1723 / 1724)
4
met de aansluiting aan de aanzuigzijde verbin-
den en luchtdicht vastdraaien.
Om de aanzuigtijd te verkorten, raden wij het gebruik van een anzuigslang
met terugslagklep aan, die het zelfstandig leeglopen van de aanzuigslang
na het buiten gebruik stellen van de hydrofoorpomp voorkomt.
Bij aanzuighoogtes hoger dan 4 m, aanzuigslang
(bijv. aan een houten paal vastbinden) om de pomp te ontlasten van het
gewicht van de aanzuigslang.
Bij zeer fijn vuil in het transportmedium wordt bij het geïntegreerde filter
een GARDENA pompvoorzetfilter art.nr. 1730 / 1731 aanbevolen.
Slang aan drukzijde aansluiten [ afb. I3 ]:
Aanwijzing:
gebruik drukvaste GARDENA slangen, met een diameter van
19 mm (3/4"), in combinatie met de GARDENA GEKA-koppeling met
een binnendraad van 33,3 mm (G1), art.nr.7109, en de GARDENA
GEKA-aanzuig- en hogedrukkoppeling, art.nr. 7120, voor slangen van
19 mm (3/4") en een GARDENA slangklem, art.nr. 7192.
Gebruik nooit aanzuigslangen.
v Drukslang
7
met de aansluiting van de drukzijde
v Tip: Een vaste buisleiding moet stijgend worden aangelegd, zodat water
aan de drukzijde naar de pomp kan terugstromen.
3. BEDIENING
Hydrofoorpomp inschakelen [ afb. O1 / O2 / O3 ]:
GEVAAR! Elektrische schok!
v Vóór het vullen de netstekker uit het stopcontact halen.
LET OP! Drooglopen van de pomp!
v Pomp elke keer vóór het inschakelen tot aan de overloop
(ca. 2 tot 3 l) met doorvoervloeistof vullen, zodat deze niet
droogloopt.
0
1. Deksel
van de filterkamer met de hand opendraaien.
q
op FILL draaien.
2. Draaischakelaar
De geïntegreerde terugslagklep wordt geopend.
w
3. Ontluchting
openen.
4. Eventueel aanwezige afsluitorganen in de drukleiding (aansluitappa -
raten, waterstop, etc.) openen en restwater in de drukslang weg laten
lopen, zodat de lucht bij het vullen en aanzuigen kan ontsnappen.
5. Transportmedium via de vulopening
(ca. 2 tot 3 l), totdat via de ontluchting
0
6. Deksel
van de filterkamer weer met de hand tot de aanslag dicht-
draaien.
7. Ontluchting
w
sluiten en draaischakelaar
8. Netstekker in een 230 V AC netstopcontact steken.
Let op! De pomp start direct!
14
6
van
5
extra bevestigen
8
verbinden.
e
langzaam ingieten
w
water naar buiten komt.
q
op RUN zetten.
Na het bereiken van de maximumdruk schakelt de pomp automatisch uit.
Als de druk daalt onder de minimumdruk door wateronttrekking schakelt
de pomp automatisch in.
De aangegeven maximale zelfaanzuighoogte van 8 m wordt alleen
bereikt als de pomp via de vulopening
en de drukslang daarbij tijdens het zelfaanzuigen zover naar boven wordt
gehouden dat er geen doorpompvloeistof van de pomp via de drukslang
kan ontsnappen. Bij gevulde aanzuigslangen met terugslagklep moet
de drukslang niet naar boven gehouden worden.
ECO-schakelaar [ afb. O4 ]:
Om energie te besparen (tot 15 %) kan, afhankelijk van de toepassing,
de uitschakeldruk van de pomp traploos worden geregeld tussen ECO
en MAX. (Het drukverschil tussen ECO en MAX bedraagt ca. 1 bar).
v ECO-draaischakelaar
r
naar de gewenste positie draaien.
Aanwijzing voor het gebruik van sproeiers:
Afhankelijk van de doorstroomhoeveelheid van de sproeier kan er door
het automatisch in- en uitschakelen van de pomp een ongelijkmatig spro-
eibeeld ontstaan.
4. OPBERGEN
Buitenbedrijfstelling [ afb. S1 / O1 ]:
Bij vorstgevaar moet de hydrofoorpomp worden leeggemaakt en
vorstvrij worden opgeborgen. Het product moet voor kinderen
ontoegankelijk worden bewaard.
1. Netstekker van de pomp uit het stopcontact halen.
q
op FILL draaien.
2. Draaischakelaar
3. Verbruiker aan drukzijde openen.
9
4. Aftapplug
eruit draaien en het water weg laten lopen.
5. Hydrofoorpomp vorstvrij en droog opbergen.
Afvoeren:
(conform RL2012/19/EU)
Het product mag niet met het normale huishoudelijke afval
worden afgevoerd. Het moet volgens de geldende lokale milieu-
voorschriften worden afgevoerd.
BELANGRIJK!
v Voor het product via uw plaatselijke recyclinginstantie af.
5. ONDERHOUD
GEVAAR! Elektrische schok!
v Vóór het onderhoud de stekker uit het stopcontact
trekken.
Aanzuigfilter reinigen [ afb. M1 / O3 / M2 ]:
1. Draaischakelaar
q
op RUN draaien.
2. Zonodig alle kleppen aan de aanzuigzijde sluiten.
3. Deksel
0
van de filterkamer eruit schroeven.
4. Filterunit
z u
er recht naar boven uittrekken.
5. Beker
z
vasthouden, filter
u
(bajonetsluiting).
6. Beker
z
onder stromend water reinigen en het filter
zachte borstel reinigen.
7. Filter in omgekeerde volgorde weer monteren.
Terugslagklep reinigen [ afb. M3 / O1 ]:
1. Draaischakelaar
q
op FILL draaien.
2. Zonodig alle kleppen aan de aanzuigzijde sluiten.
3. Alle aftappunten openen, zodat er geen druk meer staat op de
drukzijde.
4. Aftapplug
9
eruit draaien en het water weg laten lopen (zie
4. OPBERGEN "Buitenbedrijfstelling").
5. Schroef
o
losdraaien en houder
2 in de lagergleuf schuiven.
t
6. Deksel
van de terugslagklep er (zonodig met geschikt gereedschap)
uitdraaien.
7. Ventielunit
i
eruit halen en onder stromend water schoon maken.
8. In omgekeerde volgorde weer monteren.
9. Hydrofoorpomp weer inschakelen (zie 3. BEDIENING).
e
tot de overloop is gevuld,
naar links draaien A en eruit trekken B
u
bijv. met een
p
naar boven 1 en onder