Montagehandleiding
Montagestappen
26. Bij de montage van de geisoleerde flexibele
verbindingsleiding moet ervoor gezorgd
worden dat de dichtingen passen op de
koppelingen. Bij het aandraaien van de
schroefdraadverbindingen,moet zowel het
aansluitstuk als de slang vastgeklemd wor-
den. Als u dit niet doet, kan er onherstel-
bare schade aan de collector veroorzaakt
worden.
27. Om de voeler te monteren, verwijder de
rubberenkoppeling, duw de voeler door
de rubberen koppeling. breng warmtege-
leidende pasta aan en duw het geheel in
dedompelbuis zo ver mogelijk naar binnen.
druk dan de rubberen koppeling tot aan de
rand van de collectorbehuizing.
28. Bereid de montage van een ventilatie-
dakpan (opengesneden uitsparing) voor en
verwijder de bestaande dakpan en maak
een uitsparing voor de leiding naar binnen
te brengen of gebruik een lijmverbinding.
Zorg ervoor dat de slang stijgende is
geïnstalleerd om geen waterinsijpeling te
bekomen.
24
25
26
27
28
29
16