Inhoudsopgave
Advertenties
RNO22
LET OP
Het tegelijkertijd gebruiken van klemmen en DIN-railbusconnectoren voor de voeding is
niet toegestaan! Het aftappen van energie van de DIN-railbusconnector voor verdere
verdeling is niet toegestaan.
‣
De voedingsspanning mag nooit direct op de DIN-railbusconnector worden aangesloten!
6.4.1
Voedingsstroom naar de DIN-railbusconnector via klemmen
Instrumenten die naast elkaar zijn gemonteerd, kunnen worden gevoed via de klemmen van
het instrument tot een totaal stroomverbruik van 400 mA. De verbinding loopt via de DIN-
railbusconnector. De installatie van een 630 mA zekering (half-traag of traag) bovenstrooms
wordt aanbevolen.
6.4.2
Gebruik de voedings- en foutmeldingsmodule voor de voedingsspanning
Het verdient aanbeveling de RNF22 voedings- en foutmeldingsmodule te gebruiken voor het
leveren van de voedingsspanning aan de DIN-railbusconnector.
6.5
Controles voor de aansluiting
Toestand en specificaties van het instrument
Zijn het instrument en de kabels onbeschadigd (visuele
controle)?
Komen de omgevingscondities overeen met de
instrumentspecificatie (bijv. omgevingstemperatuur,
meetbereik, enz.)?
Elektrische aansluiting
Komt de voedingsspanning overeen met de informatie op
de typeplaat?
Zijn de voedings- en signaalkabels goed aangesloten?
Zijn alle schroefklemmen goed aangetrokken resp. de
verbindingen van de insteekklemmen gecontroleerd?
Endress+Hauser
Opmerkingen
--
Zie "Technische gegevens"
Opmerkingen
U = bijv. 19,2 ... 30 V
DC
Het instrument mag alleen worden gevoed door
een voedingseenheid met een energiebegrensd
circuit.
--
--
Elektrische aansluiting
11
Advertenties
Inhoudsopgave
