MI 3309 DeltaGT
Indicaties batterijen en opladen
1.4 Batterijen en opladen
Bij het vervangen van batterijen of vóór het openen van de klep van het
batterijcompartiment moet u alle aangesloten testkabels/accessoires van het
instrument loskoppelen en het instrument uitschakelen. Binnenin het instrument
kan sprake zijn van gevaarlijke spanningen.
Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen onjuist geplaatst worden,
zal het instrument niet functioneren en kunnen de batterijen defect raken.
Om het instrument tegen lekkende batterijen te beschermen moet u alle
batterijen uit het compartiment verwijderen als u het instrument voor langere tijd
niet gebruikt.
Er kan gebruik worden gemaakt van oplaadbare NiCd- of Ni-MH-batterijen (AA).
De batterijen worden opgeladen zodra het instrument is aangesloten op de netvoeding.
Het instrument herkent de aansluiting op de netvoeding automatisch en begint meteen
met opladen. Het interne circuit zorgt voor het opladen en een maximale levensduur
van de batterijen.
WAARSCHUWING!
Alkalinebatterijen zijn niet toegestaan.
1.5 Vervanging van de zekeringen
Het DeltaGT MI 3309-instrument bevat twee toegankelijke zekeringen:
Zekeringstype F1, F2:
T 16 A / 250 V, 205 mm, uitschakelvermogen 1500 A
Algemene zekeringen voor ingangsbeveiliging.
WAARSCHUWINGEN!
Gevaarlijke spanning in het instrument: koppel alle meetaccessoires en de
netvoeding los en schakel het instrument uit voordat u het klepje van het batterij-
of zekeringscompartiment opent.
Vervang een gesprongen zekering uitsluitend door hetzelfde type, om te
voorkomen dat het instrument beschadigd raakt en/of de veiligheid van de
gebruiker in gevaar is.
De positie van de zekeringen F1, F2 vindt u in hoofdstuk 1.2 Instrumentbeschrijving -
Voorzijde en aansluitingen
Indicatie batterijcapaciteit.
Batterijen bijna leeg. Batterijen te zwak om correcte
resultaten te garanderen. Vervang de batterijen of laad
deze op.
Instrument is aangesloten op de netvoeding (en laad op).
9
Introductiehandleiding