nl De Bediening in essentie
Het apparaat met inschakelen.
▶
a Het apparaat start in ventilatorstand 2.
a In de led-indicatie brandt de led van de ingestelde
ventilatorstand.
Machine uitschakelen
Als u het apparaat niet gebruikt, schakel het dan uit.
Het apparaat met uitschakelen.
▶
a Het apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
Ventilatorstand instellen
of indrukken.
▶
a In de led-indicatie brandt de led van de ingestelde
ventilatorstand.
Intensiefstand inschakelen
Als zich een bijzonder sterke geur of damp ontwikkelt,
kunt u de intensiefstand gebruiken.
zo vaak indrukken tot in de led-indicatie de led 4
1.
voor de intensiefstand 1 brandt.
zo vaak indrukken tot in de led-indicatie de led 5
2.
voor de intensiefstand 2 brandt.
a Het apparaat schakelt na ca. 6 minuten automatisch
in de ventilatorstand 3.
Intensiefstand uitschakelen
Om een willekeurige ventilatorstand in te stellen,
▶
indrukken.
Ventilatornaloop inschakelen
indrukken.
▶
a In de led-indicatie brandt de led 1 voor de ventilator-
stand. De led 6 knippert voor de ventilatornaloop.
a Het apparaat wordt na ca. 10 minuten automatisch
uitgeschakeld.
Ventilatornaloop uitschakelen
indrukken.
▶
a De ventilatornaloop wordt beëindigd.
a Het apparaat schakelt in de eerder gekozen ventila-
torstand.
Automatische modus
De optimale ventilatorstand wordt met behulp van een
sensor automatisch ingesteld.
indrukken.
▶
a In de led-indicatie brandt de led 6 voor de automati-
sche stand.
Automatische stand
indrukken.
▶
a Het apparaat schakelt terug naar de eerder ingestel-
de ventilatiestand.
a De ventilatie wordt automatisch beëindigd als de
sensor geen verandering van de luchtkwaliteit in de
ruimte vaststelt.
a De automatische stand loopt maximaal 4 uur.
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
8
1
inschakelen
1
uitschakelen
Intervalventilatie
Bij de intervalventilatie schakelt de ventilatie in de ge-
kozen stand gedurende de gekozen tijd in en uit.
Aanwijzing Deze functie is alleen via een mobiel eind-
apparaat met de Home Connect app beschikbaar.
Als de intervalventilatie is ingeschakeld, knippert in de
led-indicatie de led 6 voor de intervalventilatie altijd op-
nieuw en de led van de gekozen ventilatorstand brandt.
Zodra de ventilatietijd beëindigd is, gaat de led van de
gekozen ventilatorstand uit. De led 6 blijft knipperen.
1
Sensorbesturing
In de automatische stand herkent een sensor in het ap-
paraat de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Af-
hankelijk van de sensorgevoeligheid wordt de optimale
ventilatorstand automatisch ingeschakeld.
Reageert de sensorbesturing te zwak of te sterk, kunt u
de instelling van de sensorgevoeligheid wijzigen.
¡ Fabrieksinstelling: ventilatorstand 3
¡ Laagste instelling: ventilatorstand 1
¡ Hoogste instelling: ventilatorstand 5
Sensorbesturing instellen
Voorwaarde: Het apparaat is uitgeschakeld.
en ca. 3 seconden ingedrukt houden.
1.
Om de instelling te wijzigen, of indrukken.
2.
Om de instelling af te breken, indrukken.
Om de instelling op te slaan en ca. 3 secon-
3.
den ingedrukt houden.
Of ca. 10 seconden wachten tot de instelling auto-
matisch wordt opgeslagen.
a Er weerklinkt een geluidssignaal zodra de gekozen
instelling opgeslagen is.
Verzadigingsindicatie instellen
De verzadigingsindicatie moet afhankelijk van de ge-
bruikte filter worden ingesteld.
Voorwaarde: Het apparaat is uitgeschakeld.
en ca. 3 seconden ingedrukt houden.
1.
Om de circulatiefunctie (niet regenereerbare fil-
‒
ter) in te stellen, / indrukken tot op de led-
indicatie de led 2 brandt.
Om de circulatiefunctie (regenereerbare filter) in
‒
te stellen, / indrukken tot op de led-indicatie
de led 3 brandt.
Om de elektronische besturing opnieuw op be-
‒
drijf zonder circulatiefilter om te stellen, / in-
drukken tot in de led-indicatie de led 1 brandt.
Om de instelling op te slaan en ca. 3 secon-
2.
den ingedrukt houden.
Of ca. 10 seconden wachten tot de instelling auto-
matisch wordt opgeslagen.
Om de instelling af te breken, indrukken.
a Er weerklinkt een geluidssignaal zodra de gekozen
instelling opgeslagen is.
Verzadigingsindicatie terugzetten
Na het reinigen van de vetfilters of na het vervangen
van de geurfilters kan de verzadigingsindicatie worden
teruggezet.
1