METEN
GEWONE METINGEN
Deze modus wordt gebruikt om de luchttempe-
ratuur [A] te meten.
De AT [A] is standaard ingesteld wanneer u het
apparaat activeert.
· Richt de infraroodthermometer op het opper-
vlak van het object.
· Trek aan de trigger [09] om de temperatuurme-
tingen continu af te lezen.
· Laat de trigger [09] los wanneer de gewenste
meting is verkregen.
· De AT [A] blijft weergegeven op het LCD-
scherm [03].
DAUWPUNT METEN
Het dauwpunt [B] is de temperatuur waarbij wa-
ter verandert in nevel, dauw of waterdruppels.
DAUWPUNT INSTELLEN
· Druk één keer op de SET-knop [05]. De AT /
DP-tekens [C] beginnen te knipperen.
· Druk op de plus- [04] / minknop [06] om te
schakelen tussen AT [A] of DP [B].
TEMPERATUUREENHEID
Dit apparaat kan schakelen tussen °C en °F.
· Druk tweemaal op de SET-knop [05]. Het °C / °F
symbool [G] begint te knipperen.
· Druk op de plus- [04] / minknop [06] om te
schakelen tussen °C / °F.
HOOG ALARM
· Druk drie keer op de set-knop [05] om een
alarm voor hoge temperatuur in te stellen.
· Druk op de laserknop / achtergrondverlich-
tingsknop [07] om het hoge alarm in / uit te
schakelen.
· Druk op de plus- [04] / minknop [06] om de
maximale temperatuur in te stellen.
Als het hoge alarm wordt bereikt tijdens het
meten, is een alarmgeluid te horen. 'HI' en het
zoemersymbool [L] verschijnen op het scherm.
5