Installatie en Onderhoud
Ontwerpvoorwaarden huis
PMA
Maximum toelaatbare druk
TMA
Maximum toelaatbare temperatuur
Minimum toelaatbare temperatuur
PMO
Maximum werkdruk voor verzadigde stoom toepassingen.
TMO
Maximum werktemperatuur
Minimum werktemperatuur
Δ PMX
De maximum differentiële druk is gelimiteerd door de PMO.
Ontworpen voor een maximum koudwaterdrukproef van
Nota :
Indien de sonde geïnstalleerd werd, mag volgende testdruk niet overschreden worden
3. Installatie
Opgelet:
Lees eerst de "Algemene Veiligheidsinformatie"
vooraan en de "Veiligheidsinstructies" achteraan
in dit document vooraleer met de installatie en/of
enig onderhoud aan te vatten.
-
Verifieer de materiaalgeschiktheid en de maximum en
minimum toelaatbare werkdruk en werktemperatuur in
onderlinge combinatie. De maximum gebruikslimieten van de
detectiekamer mogen niet overschreden worden.
-
Verwijder
alle
beschermingskappen
aansluitingsopeningen.
-
Verifieer of het leidingwerk vrij is van vuil en andere
onzuiverheden.
-
De detectiekamer moet onmiddellijk voor de condenspot
gemonteerd worden, in een horizontale leiding en met de
doorstroomrichting in de zin van de pijl op het huis (fig. 2). Om
schade aan de kabel te voorkomen dient de WLS1 voeler pas
na montage van de detectiekamer ingeschroefd te worden
met een aanbevolen aanspanmoment van 50 à 60Nm.
-
Grotere detectiekamers en condenspotten moeten een
afdoende ophanging krijgen.
-
Laat
voldoende
vrije
detectiekamer te halen.
Detectiekamer
Condenspot
Correct
4. Opstart
-
Ga na of de detectiekamer correct werd geïnstalleerd (fig.2).
-
Verifieer of de sonde en steker correct werden geschroefd in
de detectiekamer. Controleer de bekabeling naar de monitor.
-
Open langzaam de afsluiters tot de normale
werkingscondities zich hebben ingesteld.
-
Controleer op lekken en goede werking.
5. Werking
De SS1 sonde werkt op basis van een geleidbaarheidsmeting.
Zolang de sonde ondergedompeld is in condensaat zal
aangegeven worden dat de condenspot correct functioneert.
De WLS sonde werkt volgens hetzelfde principe, maar detecteert
ook koud condensaat. Dit betekent dat de condenspot defect is in
de gesloten stand.
IM-P086-18 / MI-BEn-01
van
ruimte
om
de
sensor
uit
Foutief
ST14
ST 14 *CRN goedgekeurde DN40 & DN50
ST16
ST17
6. Onderhoud
Het is raadzaam op geregelde tijdstippen de voeler te demonteren
en de isolatie te reinigen en na te zien. Vertoont de isolatie
tekenen van erosie, dan moet de voeler vervangen worden. De
frequentie van dit nazicht zal afhangen van de kwaliteit en het
debiet van het condensaat. Na demontage, de voeler steeds terug
monteren met een nieuwe voelerpakking en span aan met een
moment van 50 à 56 Nm.
de
7. Reservedelen
De beschikbare reservedelen staan in onderstaande tabel. Andere
delen zijn niet beschikbaar als reservedeel
Standaardvoeler type SS1 met pakking
Voeler voor condensaatstuw type WLS1 met pakking
Diodepakket WLS1
Stel pakkingen voor voelers (10 stuks)
Afschermdop voor voeler (optie – niet voorgesteld)
Gebruik, bij het bestellen van reservedelen, steeds bovenstaande
omschrijving en vermeld daarbij het type en maat van de
de
detectiekamer.
Voorbeeld: 1 – Afschermdop voor detectiekamer Spirax-Sarco type
ST171 ½" BSP.
Standaard sensor
Pakking sensor
ST14 / ST16 / ST17
PN40
32 bar eff.
240 °C
32 bar eff.
30 bar eff.
25 bar eff.
32 bar eff.
240°C
60 bar eff.
32 bar eff.
WLS1 sensor stuwen condensaat
- 3 / 4 -
0°C
0°C
2, 3
2, 3
4
3