12
nl | Omschrijving
Sleutels
Programmeermodus
Toegang tot het programmeren van parameters.
Zie Paragraaf 4.3 Parameters, Pagina 25.
Toegang tot het programmeren van zenders.
Zie Paragraaf 4.5 Zenders, Pagina 38.
Vooruit bladeren naar de volgende parameter.
Achteruit bladeren naar de vorige parameter.
Parameterwaarde op UIT zetten of naar het
vorige programmeerveld gaan.
Parameterwaarde op AAN zetten of naar het
volgende programmeerveld gaan.
Bevestigen van een waarde of een commando.
Annuleren van invoer of een commando.
Programmeermodus verlaten.
Waarde van een parameter of een zender
controleren.
Niet gebruikt.
NPS-programmeerfunctie. Zie
Paragraaf 4.1.2 Programmeren met NPS-software,
Pagina 22.
Waarde invoeren.
t/m
Wissen van alle geprogrammeerde
bevestigingszenders tijdens een specifieke
procedure. Zie Paragraaf 4.5.8 Alle
bevestigingszenders wissen, Pagina 42.
Schakel de pieptooncodes uit en wis de POS-
weergave. Zie Paragraaf 4.3.5 RS-232-uitgang
instellen, Pagina 27 en Paragraaf Voorbeeld van
programmering, Pagina 27.
Een waarde invoeren of de standaardwaarden
instellen. Zie Paragraaf 4.3.5 RS-232-uitgang
instellen, Pagina 27.
Geen effect.
dan
F.01U.262.688 | V1.1 | 2012.01
Normaal gebruik
Niet gebruikt.
Niet gebruikt.
Verhogen van het luidsprekervolume. Zie
Paragraaf 5.1 Luidsprekervolume regelen,
Pagina 43.
Verlagen van het luidsprekervolume. Zie
Paragraaf 5.1 Luidsprekervolume regelen,
Pagina 43.
Achteruit bladeren naar vorige alarmmelding/
gebeurtenis.
Vooruit bladeren naar volgende
alarmmelding/gebeurtenis.
Niet gebruikt.
Niet gebruikt.
Status van de interne batterij controleren.
Zie Paragraaf 7.3 Bewaking van de back-
upbatterij, Pagina 48.
Niet gebruikt.
Niet gebruikt.
Niet gebruikt.
Niet gebruikt.
Niet gebruikt.
Starten van de weergavemodus
alarmmelding/gebeurtenis.
Vergrendel en ontgrendel het toetsenbord.
Gebruikershandleiding
NurseCall Main Unit
Bosch Security Systems