Nivo 1
Nivo 2
|
Defrost Ctrl.
Settings
7:03
|
Manual defrost
Start
7:04
|
Defrost Stop.
Temp(1)/Time(2)
7:05
|
Defrost Sequence
Settings
7:06
AKC 114F-116F Versie 1.0x/1.1x
Nivo 3
Nivo 4
|
AccDefSkip
7:02:07
|
AccNo.Def
7:02:08
Def. Ctrl.
Help
0 - 2
7:03:01
|
DOD Ctrl.
OFF/ON
7:03:02
|
Fan run
OFF/ON
7:03:03
Man. Def. All
OFF/ON
7:04:01
|
Man. Def. A
Only AKC 115F/
OFF/ON
AKC 116F
7:04:02
|
Man. Def. B
Only AKC 115F/
OFF/ON
AKC 116F
7:04:03
|
Man. Def. C
Only AKC 116F
OFF/ON
7:04:04
Temp/Time
1 - 2
7:05:01
|
MaxDefTime
5 - 180
7:05:02
|
Def.Stop C
0 - 60
7:05:03
|
DefStop Sx
1 - 5
Help
7:05:04
Inj.Del m
0 - 60
7:06:01
|
FanOnDel m
0 - 60
7:06:02
|
Fan On C
-15 - 0
7:06:03
Menubediening RC.1M.E4.10 © Danfoss 06/2002
Omschrijving
Totaal aantal overgeslagen ontdooiingen.
Totaal aantal uitgevoerde ontdooiingen.
Definitie van ontdooimethode.
Kies ontdooifunctie AAN/UIT
0: Geen ontdooifunctie
1: Alle secties ontdooien tegelijkertijd
2: De secties ontdooien na elkaar
Kies ontdooien naar behoefte AAN/UIT
Kies ventilatoren in bedrijf tijdens ontdooien AAN/UIT
Handmatig ontdooien
Handmatig ontdooien, alle secties geactiveerd bij AAN.
(Keert automatisch terug naar UIT).
Handmatig ontdooien in sectie A is geactiveerd bij AAN.
(Keert automatisch terug naar UIT).
Handmatig ontdooien in sectie B is geactiveerd bij AAN.
(Keert automatisch terug naar UIT).
Handmatig ontdooien in sectie C is geactiveerd bij AAN.
(Keert automatisch terug naar UIT).
Definitie van ontdooistop.
1: Ontdooistop op temperatuur (tijdstop als veiligheid).
2: Ontdooistop op tijd.
Max. toegestane ontdooitijd in minuten.
(tevens veiligheid bij ontdooistop op temperatuur)
Temperatuur waarbij ontdooiing moet stoppen.
Definitie van ontdooisensor.
1: S1
4: S4
2: S2
5: S5 (standaard)
3: S3
Ontdooivolgorde
Vloeistofinjectievertraging.
Ventilatorstartvertraging na een ontdooiperiode.
Deze vertraging loopt vanaf het moment dat de
vloeistofinjectievertraging, indien ingesteld, is verstreken.
Temperatuur waarbij de ventilatoren weer gaan draaien
na een ontdooiperiode.
De ventilatoren starten wanneer alle S5 sensors
(bij meerdere secties) beneden deze waarde komen.
15