4.
Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
VOORZICHTIG:
het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat
altijd spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief
stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Het toevoegen of verwijderen van
geheugenmodules terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van de geheugenmodules of de systeemkaart.
5.
Verwijder het toegangspaneel van de computer.
WAARSCHUWING!
omdat u anders het risico van brandwonden loopt.
6.
Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het
voetje (2).
OPMERKING:
de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje.
Voorzie de voetjes op een dusdanige manier van geheugen dat de geheugencapaciteit zo
evenredig mogelijk is verdeeld tussen kanaal A en kanaal B. Raadpleeg voor meer informatie
DIMM-voetjes vullen op pagina
7.
Duw de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de
vergrendelingen gesloten zijn (3).
8.
Herhaal stappen 6 en 7 als u een aanvullende module wilt installeren.
9.
Plaats het toegangspaneel terug.
10.
Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan.
11.
Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
Normaal gesproken wordt het extra geheugen automatisch herkend wanneer u de computer weer
aanzet.
14
Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit
Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt,
Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat
13.