5.3 Controlepunten vóór inbedrijfstelling
Open het ventiel
.
T002005-A
13/03/13 - 119317-02
De eerste inbedrijfname wordt door de installateur verricht.
De branderinstelling voor aardgas G20 is op de fabriek uitgevoerd en
hoeft niet nageregeld te worden. Voor een instelling op propaan: Zie
hoofdstuk 5.5.1.
De Avanta Plus is gekeurd in de categorie I
geschikt voor het functioneren op G20 en G25 bij een gasvoordruk
van 20 resp. 25 mbar.
Overeenkomstig de voorschriften van de norm D51-003 , moet de
binnen installatie zodanig gedimensioneerd worden dat bij maximale
afname op de verbruikspunten, het drukverlies over de binnen
installatie maximaal 1 mbar bedraagt.
Leeg de verwarmingsinstallatie volledig en spoel deze door, voor de
inbedrijfname.
Vul de installatie met water.
Haal de stekker van de ketel uit het stopcontact
Draai de 2 schroeven los.
Verwijder het voorpaneel.
- Controleer van tevoren of het water in de ketel circuleert
(waterdruk van het verwarmingssysteem, aanvoer-, retour- en
radiatorkranen open, enz.)
- Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren.
- Vul de installatie met water (Minimum druk: 1 bar, maximum druk:
2.5 bar).
- Tijdens het vullen kan er lucht ontsnappen via de automatische
ontluchter en de pomp.
Gebruik in geval van een waterlek de meegeleverde doppen
van de ontluchter die aan het gecombineerde gasblok
vastzitten.
Zorg dat er geen water in de ketel komt.
- Controleer de sifon, deze moet tot de merkstreep met schoon
water gevuld zijn.
- Controleer de ketelpomp.
Controleer de waterdichtheid.
Remeha Avanta Plus
- I
en is aldus
2E(S)
3P
39