5. Ingebruikname CO
1. Activeer koppelingsstand
ventilatietoestel.
2. Activeer menu.
3. Bevestig menukeuze voor start
RF-koppeling.
4. Selecteer type RF-koppeling.
Herhaal stap 4, kies gewenste
koppeling.
Sensor type RF
2
■ Alle ventilatietoestellen (behalve ComfoAir Q): haal de spanning
van het ventilatietoestel, wacht minimaal 5 seconden en schakel
daarna de spanning in;
■ ComfoAir Q met RF ontvanger: activeer op het ventilatietoestel
het menu via GEAVAN. INSTELL. > RF SETTINGS > START RF
KOPPELING;
■ ComfoSense C: activeer op de ComfoSense C het menu via
ADVANCED SETTINGS > RF PAIRING > START.
3x
+
3x
3: Genereer nieuw RF-adres ventilatietoestel.
2: Meld extra ventilatietoestel aan.
1: Standaard koppelingsmodus.
1
2
3
7 - NL