Nr.
Parameter
131 Type pomp
132 Voorloopduur van de pomp
133 Naloopduur van de pomp
134 Werkwijze schakeluitgang
135 Minimum loopduur
136 Minimum stilstandduur
Configureren van de CO omschakelfunctie / ketelrelais
140 Werking van het ketelrelais /
omschakeluitgang
141 Voorloopduur
142 Naloopduur
143 Werkwijze van de
schakeluitgang
160 Vorstbeveiligingsfunctie
161 Vorstbeschermende
temperatuur
170 Smart Start
Noodbediening
180 Tijdsduur tot het moment van
activering
181 Cyclusduur van de
pulsbreedtemodulatie tijdens
noodbediening
182 Inschakelduur voor
pulsmodulerend verwarmen
183 Inschakelduur voor
pulsmodulerend koelen
Klepbeschermende functie
190 Tijdsduur tot het moment van
activering
191 Tijdsduur van een
klepaansturing
Pompbeschermende functie
200 Tijdsduur tot het moment van
activering
201 Tijdsduur van aansturing
210 First Open-functie
220 Automatische omschakeling
van zomer- op wintertijd (en
andersom)
230 Verschiltemperatuur bij
temperatuurverlaging
Tab. 4-1
Parameter
Beschrijving
Selectie van de toe te passen pomp: Conventionele pomp /
hoogrendementpomp
Tijdsduur tussen het moment dat een schakeluitgang signaleert tot het
moment dat de pomp inschakelt.
Tijdsduur tussen het moment dat een schakeluitgang afschakelt tot het
moment dat de pomp uitschakelt.
Bij gebruik van een pomprelais als stuuruitgang kunt u de manier van
schakelen omkeren
De minimum tijdsduur dat een hoogrendementpomp moet draaien tot het
moment van uitschakelen
Hoogrendementpomp De pomp mag uitsluitend worden afgeschakeld als
een minimum stilstandduur kan worden gegarandeerd
Selectie of de schakeluitgang moet worden gebruikt voor het aansturen van
een pomprelais of voor een CO omschakelaansturing
Voorloopduur van het ketelrelais bij gebruik van een conventionele pomp
Naloopduur van het ketelrelais bij een conventionele pomp
Bij toepassing als stuuruitgang kunt u de relaisfunctie omkeren.
Aansturing van de schakeluitgangen bij T
Drempelwaarde voor de ruimtetemperatuur om de tegen vorst
beschermende functie te activeren
Aanleren van het temperatuurgedrag van de afzonderlijke verwarmingzones
Tijdsduur tot het moment van activering van de routine 'Noodbediening'
Tijdsduur van een pulsbreedtemodulatiecyclus tijdens noodbediening
Tijdsduur van aansturing in de functie 'Verwarmen'
Tijdsduur van aansturing in de functie 'Koelen'
Startmoment na laatste aansturing
Tijdsduur van een klepaansturing (0 = functie gedeactiveerd)
Startmoment na laatste aansturing
Tijdsduur van aansturing (0 = functie gedeactiveerd)
Aansturing van de schakeluitgangen bij het inschakelen van de voeding
bij geactiveerde omschakeling wordt de tijd aangepast conform de
richtlijnen van de Midden-Europese Tijd (CET)
Bij activering van de verlaging via de externe ingang
<x °C
actueel
Voorinstelling Module
1
conventionele pomp = 0
hoogrendementpomp = 1
4 min
[min]
2 min
[min]
0
normaal = 0
omgekeerd = 1
30 min
[min]
10 min
[min]
0
boiler (ketel) = 0
CO omschakelaansturing = 1
5 min
[min]
1 min
[min]
0
normaal = 0
omgekeerd = 1
1
Gedeactiveerd = 0
Geactiveerd = 1
8 °C
[°C]
0
Gedeactiveerd = 0
Geactiveerd = 1
180 min
[min]
15 min
[min]
25 %
[%]
0 %
[%]
14 d
[d]
5 min
[min]
3 d
[d]
5 min
[min]
10 min
[min]
Uit = 0
1
Gedeactiveerd = 0
Geactiveerd = 1
2 K
[K]
13