HANDLEIDING
10. ONDERHOUD
Kappen
De kappen mogen worden gereinigd in koel water met een mild reinigingsmiddel.
Verdeelstuk controleren
Het verdeelstuk moet voor gebruik visueel worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat de
sensorgaatjes niet zijn verstopt met vuil of stofdeeltjes. Het verdeelstuk mag NIET worden onderge-
dompeld in water. Het wordt aanbevolen het reinigen met uiterste zorg te doen met het verdeelstuk
op zijn plaats. Gebruik GEEN perslucht om de buisjes te reinigen.
Kalibratie
Het wordt aanbevolgen uw LoFlo balometer één keer per jaar te laten kalibreren. Wanneer de LoFlo
Balometer wordt vervoerd, pak het instrument dan voorzichtig in.
Ventilatiegebruik
Wanneer de ventilatieschermen moeilijk in gebruik worden, verwijder beide schroeven van het
ventilatiemechanisme en spuit de contactoppervlakken in met siliconenspray. Veeg het teveel aan
smeermiddel weg en bevestig het mechanisme weer.
Controle uitvoering
Als de kalibratie wordt gecontroleerd, is gebruik van een nauwkeurige flowstandaard als referentie
de beste manier. Stroomstandaarden die voor dit doel kunnen worden gebruikt bevatten meet-
schijven, venturen, mondstukken en laminaire stromingselementen. Deze apparaten vereisen nau-
wkeurige drukverschil-, barometerdruk- en temperatuuruitlezingsinstrumenten om het actuele of
standaard volumebereik te meten.
Wanneer de LoFlo Balometer is gecontroleerd met een luchtsnelheidsinstrument, zoals een pitot-
buis, manometer of thermo-anemometer, kunnen fouten ontstaan. Wanneer een snelheidsstandaard
is gebruikt, moet de gemiddelde snelheid worden behaald door een dwarsstuk*. De nauwkeurig-
heid van het dwarsstuk is afhankelijk van de stroomuniformiteit, het aantal uitgevoerde metingen,
de nauwkeurigheid van het luchtsnelheidsinstrument en gebruikersexpertise. De gemiddelde snel-
heidsmeting moet worden vermenigvuldigd met het gebied waar het dwarsstuk is genomen.
Tenslotte: luchtstroominstrumentatie is afhankelijk van milieucondities zoals temperatuur, luchtdruk,
vochtigheid en zelfs turbulentie. Deze condities kunnen heel verschillende effecten hebben op ver-
scheidene typen instrumenten. Voorzichtigheid moet worden geboden bij het maken van vergeli-
jkingen.
* een dwarsstuk is een set van snelheidsmetingen genomen uit een beschreven patroon dat een totale snelheidswaarde
levert bij het nemen van het gemiddelde. Alle Alnor snelheidsmetinginstrumenten kunnen voor dit doeleinde worden
gebruikt.
14