17. Als dit de juiste waarde is,
druk dan op de pH-toets om de
waarde te bevestigen.
Indien een ijkvloeistof geen standaardwaarde is (pH-4, pH-7 of pH-9) zal de vloeistof niet
herkend worden. De waarde van de vloeistof kan dan als volgt handmatig worden ingegeven:
6. Als de waarde stabiel is wordt
deze weergegeven op de display
Indien het instrument niet temperatuur gecompenseerd is moet voor het ijken eerst de juiste
temperatuur worden ingesteld. De procedure hiervoor staat beschreven op hoofdstuk 4.
De ijkprocedure kan voortijdig worden gestopt door tijdens de ijkprocedure de temperatuur of
EC knop in te drukken.
De ijking kan teruggezet worden op fabrieksinstelling door tijdens ijking de "σ" en de "τ" toetsen
gelijktijdig ingedrukt te houden en de pH-knop in te drukken.
Temperatuur-ijking
1. Houd de temp toets ingedrukt
5. Plaats de elektrode in een
vloeistof waarvan de temperatuur.
bekend is
18. Reinig de EC-elektrode met
demiwater en berg hem droog op. demiwater.
7. Voer de waarde van de ijkvloei- 8. Bevestig de waarde door de
stof in met de "σ" en "τ" toetsen.
2. Laat de toets los als er "CAL"
op de display staat. De LED op de display wat aangeeft dat u in de
toets zal blijven branden.
6. Zolang de meetwaarde knippert 7. Als de waarde stabiel is,
en het "~" teken in de display staat vergelijk deze dan met de
wordt de stabiliteit gecontroleerd. werkelijke temperatuur
19. Reinig de pH-elektrode met
pH-toets in te drukken.
3. Er verschijnt nu "t 1" op de
ijkprocedure bent.
9
20. Vul de dop met bewaarvloei-
stof en schuif hem over de pH
elektrode.
4. Reinig de EC-elektrode met
demiwater en droog hem af.
8. Als de temperatuur afwijkt,
stel deze dan bij met de τ of
de σ toets.