Elektrische aansluiting
Sluit het apparaat aan op een correct geïnstalleerd
en voldoende beschermd stopcontact.
Belangrijk:
• De aansluiting moet conform zijn met
de reglementering van uw land en
elektriciteitsleverancier.
• Zorg ervoor dat het elektrische snoer
toegankelijk blijft na de installatie.
• Bij een vaste aansluiting moet een
hoofdschakelaar moet een
contactafstand van minstens 3mm
worden toegepast.
• De spanning en de zekeringbescherming
van het apparaat worden vermeld op
het type plaatje (op het achterpaneel
en achter de deur).
De stroom van het apparaat kan volgens
de elektrische infrastructuur en
veiligheidskalibrering in uw regio worden
ingesteld.
Om de stroom te wijzigen van 16A naar
10A: De Aan/Uit schakelaar inschakelen.
Stel de programmakeuzeschakelaar in
op >Eén stuk<.
Druk gedurende drie seconden op de
knop Signaal-Deselectie. De eerste twee
indicators programmaverloop gaan
branden. Nadat u op de "Uitgestelde start"
toets drukt, is enkel nog het controlelampje
"Drogen" verlicht. Uw apparaat is nu
aangepast aan 10A.
Als u opnieuw op de "Uitgestelde start" toets
drukt, schakelt het opnieuw over van 10A tot
16A.
Noteer het model en
identificatienummer van het apparaat
die op het type plaatje worden
weergegeven wanneer u hulp nodig
hebt van de klantendienst.
• De aangegeven stroomvoorziening moet
overeenstemmen met uw algemeen voltage.
• Een aansluiting via een verlengsnoer of
meerdere stopcontacten is niet gepast.
• Tijdens de aansluiting moet de Aan/uit-
schakelaar op Uit staan.
Indien het elektrisch snoer beschadigd
is, moet het vervangen worden door een
deskundig technicus. Het apparaat mag
niet gebruikt worden tot het gerepareerd
is! Risico op elektrische schokken!
De eerste keer
• Voor de eerste droogbeurt, verwijdert
u alle mogelijke overblijfselen van het
fabricageproces uit de trommel met een
vochtige doek.
• Tijdens de eerste droogbeurt is het
mogelijk dat u een licht onaangename
geur waarneemt.
Vóór het drogen
Wat mag in de droger
• Het wasgoed moet zoveel mogelijk zijn
gecentrifugeerd, voor zover toegelaten
voor de betreffende stof.
Houd altijd rekening met de
verzorgingssymbolen op de waslabels!
Verzorgingssymbolen voor het drogen
Geschikt voor drogen op hoge
temperatuur:
Kook-/bonte was, katoen, linnen
Geschikt voor drogen op lage
temperatuur:
Kreukherstellende synthetische
stoffen (polyester, polyamide);
gemengde stoffen (met katoen)
Drogen in een droger niet
mogelijk: Gevoelige stoffen
(viscose, zijde, enz.); gordijnen
• Droog uitsluitend stoffen met het
overeenstemmende label en alleen met
het geschikte droogprogramma.
• Leg indien mogelijk gelijkaardige stoffen
in de droger; dunne theedoeken zullen
veel sneller drogen dan dikke
badhanddoeken.
• Verwijder metalen delen (gespen, enz.) of
stop stoffen in een linnen zak of
gelijkaardig.
• Maak alle zakken leeg en verwijder alle
vreemde objecten (munten, pennen, enz.).
Sluit ritssluitingen, haken en ogen.
Wat mag niet in de droger
Vul de droger niet met druipnatte was. De
droger kan schade oplopen en het
energieverbruik zal extreem hoog zijn.
– Gevoelige stoffen (zijde, gordijnen, enz.)
kunnen kreuken.
– Met dons gevulde stoffen (kussens,
dekbedden) zijn niet geschikt.