Hoe de knoppen te
bedienen
6
Verzeker u ervan dat de stekker in het stopcontact zit en dat de
stroomtoevoer werkt. De BEDRIJFS-indicator op het scherm van het
binnentoestel licht op.
1. Druk op de MODE-knop om Auto te selecteren.
2. D ruk op de TEMP-knop om de gewenste temperatuur in te stellen.
De temperatuur kan met stappen van 1ºC (2ºF) worden ingesteld
binnen een bereik van 17ºC (62ºF) ~ 30ºC (88ºF).
3. Druk de ON/OFF-knop in om de airconditioner op te starten.
OPMERKING:
1 In de Auto-stand kiest de airconditioner zelf tussen koelen, ventileren,
verwarmen en ontvochtigen, afhankelijk van het verschil tussen
de kamertemperatuur en de op de afstandsbediening ingestelde
temperatuur.
2. I n de Auto-stand kunt u de ventilatorsnelheid niet reguleren. Dit doet
de functie zelf.
3. Voelt u zich niet prettig bij de door de Auto-stand gekozen instelling,
dan kunt u op handmatige bediening overgaan om de instelling aan
te passen.
Koelen/Verwarmen/Ventilator
Verzeker u ervan dat de stekker in het stopcontact zit en dat de
stroomtoevoer werkt.
1. Druk de MODE-knop in om KOELEN, VERWARMEN (alleen
modellen die koelen en verwarmen) of VENTILATOR te selecteren.
2. D ruk op de TEMP-knop om de gewenste temperatuur in te stellen.
De temperatuur kan met stappen van 1ºC (2ºF) worden ingesteld
binnen een bereik van 17ºC (62ºF) ~ 30ºC (88ºF).
3. Druk de FAN SPEED-knop in om de ventilatorsnelheid te kiezen,
achtereenvolgens Auto, Laag, Medium en Hoog.
4. Druk de ON/OFF-knop in om de airconditioner op te starten.
OPMERKING:
In de VENTILATOR-stand toont het scherm van de afstandsbediening
de ingestelde temperatuur niet. U kunt evenmin de temperatuur
aanpassen. In deze stand kunt u alleen de stappen 1, 3 en 4 uitvoeren.
Automatische functies