Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De vaatwasser mag pas dan op het elektriciteitsnet worden aange-
sloten, nadat hij is geplaatst en gemonteerd, en de deurveren zijn in-
gesteld.
De vaatwasser mag uitsluitend worden gebruikt als het deurme-
chanisme goed functioneert, omdat anders een gevaar kan ontstaan
als de automatische deuropening (afhankelijk van het model) geacti-
veerd is.
Een goed functionerend deurmechanisme voldoet aan de volgende
voorwaarden:
- De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig zijn ingesteld.
De deurveren zijn goed ingesteld als de half geopende deur (ope-
ningshoek ca. 45°) in die stand blijft staan als u de deur loslaat. De
deur mag daarna niet ongeremd omlaag vallen.
- De deurvergrendelingsrail schuift na de droogfase bij het openen
van de deur weer automatisch in.
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van het
apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit de vaatwas-
ser niet op het elektriciteitsnet aan via stekkerdozen of verlengkabels.
Deze vaatwasser mag niet op een niet-staionaire locatie (bijv. op
een schip) worden gebruikt.
Plaats uw vaatwasser niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten. De betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt
afnemen.
Sluit om schade aan het apparaat te voorkomen de vaatwasser al-
leen op een volledig ontlucht leidingnet aan.
De kunststof behuizing van de wateraansluiting bevat een elek-
trisch ventiel. Dompel de behuizing niet in vloeistoffen.
In de watertoevoerslang bevinden zich spanningvoerende delen.
De slang mag daarom niet worden ingekort.
8