LTC 8560 Series | Instructie Handboek | Installatie
4.10 Site-adres
Het controlesignaal dat naar de ontvanger/driver is
gedistribueerd is gemeenschappelijk voor alle
dergelijke apparaten. De code bevat een adres voor
elke instructie. Verscheidene apparaten kunnen op
dezelfde codekabel worden aangesloten, waardoor
installatie en wijziging eenvoudig wordt gemaakt. Elk
apparaat op afstand op het gemeen-schappelijke
signaal moet worden voorzien van een uniek adres.
Volg deze procedure op om het site-adres in te stellen:
1. Zoek de kartelschijfschakelaar met de vier
cijfers bovenop de gedrukte bedradingsplaat van
de ontvanger/driver.
2. Kies het nummer van de camera op deze site.
Dit nummer moet bij het cameranummer
passen dat u op het toetsenbord selecteert.
4.11 Instelling in de praktijk
Om de kans op externe storing te verminderen, de
kosten van kabels te minimaliseren en buitensporige
spanningsverliezen in de meeraderige kabels te
vermijden dient de ontvanger/driver zich zo dicht
mogelijk tot het pannen/kantelen te bevinden. Dit
maakt ook het gemakkelijke gebruik van het lokale
testkenmerk mogelijk. De ontvanger/driver dient ook
op een veilige plaats te worden gemonteerd buiten
bereik van rechtstreeks zonlicht. Gaten dienen in de
onderste helft van de doos te worden geponst en met
onderdelen worden uitgerust die compatibel zijn met
het soort installatie.
Raadpleeg de volgende hoofdstukken voor de
specifieke aansluiting nadat de kabels in de doos zijn
getrokken.
Bosch Security Systems | 30 January 2004
4.12 Lijnvoeding aansluiten
Het aansluiten van de elektrische energie (voeding) op
dit apparaat is een eenvoudige zaak waarbij geen
speciale gereedschappen nodig zijn. Zorg ervoor dat de
kabel juist in het apparaat door een aanvaardbare
gland of fitting is ingestoken om de het waterproef zijn
van de doos te bewaren. Lees het bijgevoegde
aanbevolen instructieblad.
Aanbevolen kabelgrootte is minimaal 2,5 mm
(14 AWG) voor alle modellen behalve LTC 8563/20.
Zie de LTC 8563/20 AC Gids voor voedingsbedrading.
Pas alle juiste voorzorgsmaatregelen toe wanneer de
kabel voor de lijnspanning op het apparaat wordt
geïnstalleerd.
Raadpleeg de volgende procedure voor het installeren
van lijnvoeding.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor, alvorens
verder te gaan, om de spanning op de te
installeren kabel in de ontvanger/driver uit te
schakelen. Wees er zeker van dat de
ontvanger/driver van het juiste type
lijnspanning is voor de te gebruiken
lijnvoeding.
1. Bereid de lijn en de neutrale draden voor door
1⁄4-inch van elke kabel te stropen.
2. Zoek de grijze, uit 2 draden bestaande,
kooiklemconnector gemarkeerd met N en L aan
de onderkant van het apparaat.
3. Sluit de kabel voor de aarding aan op de
schroef die is aangegeven met het
aardingsymbool.
4. Sluit de neutrale kabel aan op de kooiklem die
met een N is gemarkeerd, door een platte
schroevendraaier bovenop in de gleuf te steken
en deze in te drukken om de klem te openen.
Steek vervolgens de gestroopte kabel op de
schuif in en verwijder de schroevendraaier om
de klem te sluiten.
5. Sluit de lijnkabel aan op de kooiklem die met
een L is gemarkeerd zoals hierboven staat
beschreven.
NL | 8
2