Optiemenu gebruiker
Om toegang te krijgen tot het optiemenu, drukt u gelijktijdig en
langdurig op E en D tot het display OPTN weergeeft.
Om door de opties te bladeren, drukt u op E of D. Druk op
C om de optie te kiezen. Hieronder volgt een overzicht van de
beschikbare gebruikersopties:
1.
EXIT (Ende): het optiemenu gebruiker afsluiten.
2.
CLCK (Uhr): datum en uur van de detector aanpassen.
3.
PASS: wachtwoordbeveiliging in- of uitschakelen.
4.
STLH (Tarn): "fluister"-modus in- of uitschakelen. (het
trilalarm wordt uitgeschakeld bij -20 °C).
5.
BKLT (Lcht): automatische achtergrondverlichting in- of
uitschakelen. (Als de "fluister"-modus is ingeschakeld, is
deze optie niet beschikbaar.)
6.
LTCH (Sper): alarmvergrendeling in- of uitschakelen.
7.
ACAL (Akal): automatische zuurstofkalibratie bij opstart
in- of uitschakelen. (Alleen beschikbaar bij de GasAlert
Extreme Oxygen-detector.)
8.
PAST (Verp): automatisch uitschakelen bij verlopen
kalibratie in- of uitschakelen (bij opstart).
9.
PORT, ESPA, DEUT, FRAN, of ENGL: de taal van het
display instellen overeenkomstig de keuze van de
gebruiker: Portugees, Spaans, Duits, Frans of Engels.
(Alleen van toepassing voor detectoren met de functie
meerdere talen.)
10.
RATE: de datalogger bijstellen. (Alleen van toepassing
voor detectoren met de optie datalogger.)
11.
SEND: de informatie van de
datalogging/gebeurtenissenlogging doorsturen van de
detector naar de pc. (Alleen van toepassing voor
detectoren met de optie datalogger.)
De informatie kan op drie manieren worden
doorgestuurd:
EVNT (Erpi): Zendt alle opgeslagen gegevens over
gebeurtenissen.
LAST (Letz): Zendt alle opgeslagen gegevens sinds de
laatste keer dat zij werden gedownload.
ALL (Alle): Zendt alle opgeslagen gegevens die op de
detector bewaard zijn.
GasAlert Extreme
Optiemenu gebruiker
9