8
| Onderhoud
4.1
In bedrijf stellen
Gevaar
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een bevoegde installateur en volgens de lokale wet- en
regelgeving worden verricht.
Controleer vóór het eerste gebruik de volgende zaken:
• De elektrische aansluiting moet volledig en correct zijn uitgevoerd.
• De aarde is aangesloten.
• Veiligheidsvoorzieningen moeten zijn aangebracht (veiligheidsrooster).
• Resterend installatiemateriaal en vreemde voorwerpen moeten uit de behuizing zijn verwijderd.
Het testen van de installatie:
• Tijdens het testen kan het nodig zijn het elektrische compartiment aan te passen (d.w.z. vervangen van de potentio-
meter), maar tijdens bedrijf moet het deksel gesloten blijven.
Controleer bij inbedrijfstelling het volgende:
• Aansluitgegevens moeten overeenkomen met de specificaties op het naamplaatje: Maximale spanning +6%, -10%,
conform IEC 38. De nominale stroom mag bij de nominale spanning niet met meer dan 5% worden overschreden.
• De draairichting moet overeenkomen met de pijl die de draairichting aangeeft (3-fasen).
• De motor moet soepel draaien (geen abnormale geluiden).
Afhankelijk van het formaat kunnen geluidsniveaus van meer dan 70 dB(A) voorkomen (zie www.systemair.com voor
nadere informatie).
5
Onderhoud
5.1
Belangrijk
Gevaar
• Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische
werkzaamheden worden verricht!
• De waaier van de ventilator is volledig tot stilstand gekomen.
• Als de voedingskabel beschadigd raakt, moet deze worden vervangen door de fabrikant, diens
servicemonteur of vergelijkbare bevoegde personen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
• De unit is zwaar. Wees voorzichtig bij transporteren en installeren. Klemgevaar. Draag beschermende
kleding.
• Til de ventilatoren niet op aan de aansluitkabel, aansluitkast, motorbeugel, waaier of inlaatconus.
14590313 | A003