K etting
•
Kettingsteek (duim). (De afstand tussen drie
aandrijfschakels gedeeld door twee.)
•
Aandrijfschakel-breedte (mm/duim)
•
Aantal aandrijfschakels (stuks)
Slijpen en instellen v an de
tanddiepte van de ketting
W AARSCHUWING! Met een verkeerd
!
geslepen ketting neemt het risico op
terugslag toe!
Alg emeen met betrekking tot het slijpen
van de tanden
•
Zaag nooit met een stompe ketting. De ketting is stomp
wanneer u de snijuitrusting door de boom moet drukken
en als de houten spaanders erg klein zijn. Met een erg
stompe ketting zijn er zelfs helemaal geen spaanders.
Dan krijgt men alleen houtpoeder.
•
Een goed geslepen ketting eet door de boom en geeft
houten spaanders die groot en lang zijn.
De zagende delen van een ketting worden zaagschakels
genoemd en bestaan uit een snijtand (A) en een
dieptestellernok (B). Het verschil in hoogte tussen deze
beide bepaalt de snijdiepte.
•
Bij het slijpen van snijtanden moet men rekening houden
met 5 verschillende afmetingen.
1 Vijlhoek
VEILIGHEIDSINSTR UCTIES
2 Snijhoek
3 Vijlpositie
4 Diameter van de ronde vijl
5 Vijldiepte
1
5
Het is erg moeilijk om een ketting juist te slijpen als men niet
over de benodigde hulpmiddelen beschikt. Daarom raden we
u aan onze vijlmal te gebruiken. Die garandeert dat de ketting
geslepen wordt voor een optimale terugslagreductie en een
maximale zaagcapaciteit.
W AARSCHUWING! Als de volgende punten
!
van de slijpinstructies niet gevolgd worden,
verhoogt dit het terugslagrisico van de
ketting aanzienlijk:
Te kleine snijhoek
Slijpen v an de snijtand
•
Om de snijtand te slijpen heeft men een ronde vijl en een
vijlmal nodig.
Te grote vijlhoek
Te kleine vijldiameter
Dutch
– 5