Veiligheidsrichtlijnen
∙ Lees de veiligheidsrichtlijnen aandachtig en grondig door.
∙ Houd rekening met alle waarschuwingen op de computer of in de
gebruikershandleiding.
∙ Zorg dat de stroomspanning binnen een veilig bereik valt en dat deze correct werd
aangepast aan de waarde van 100~240V voordat u de computer aansluit op het
stopcontact.
∙ Als het stroomsnoer wordt geleverd met een stekker met 3 pennen, schakelt u de
beschermende aardingspin op de stekker niet uit. De computer moet aangesloten
zijn op een geaard stopcontact.
∙ Koppel altijd de wisselstroomkabel los voordat u een add-on-kaart of module
installeert op de computer.
∙ Koppel de stroomkabel altijd los of schakel de wandcontactdoos uit als de computer
ongebruikt blijft voor een bepaalde tijd om een energieverbruik van nul te bereiken.
∙ Plaats de voedingskabel zo, dat er geen mensen op kunnen trappen. Plaats geen
objecten op de voedingskabel.
∙ Als deze computer wordt geleverd met een adapter, gebruik dan alleen de door
MDSI geleverde adapter die is goedgekeurd voor gebruik met deze computer.
∙ Voor het reduceren van de kans op hittegerelateerd letsel of oververhitting van de
computer, moet u de computer niet plaatsen op een zacht, onstabiel oppervlak en
moet u de luchtventilators van de computer niet obstrueren.
∙ Gebruik deze computer alleen op een hard, vlak en stevig oppervlak.
∙ Houd deze computer uit de buurt van vochtigheid en hoge temperatuur.
∙ Laat de computer niet achter in een omgeving die niet aangepast is en waar de
opslagtemperatuur hoger is dan 60℃ of lager is dan 0℃, waardoor de computer kan
worden beschadigd.
∙ De maximale bedrijfstemperatuur bedraagt ongeveer 35℃.
∙ Giet nooit vloeistoffen in de opening, dit kan schade of een elektrische schok
veroorzaken.
∙ Bewaar sterk magnetische of elektrische objecten altijd uit de buurt van de
computer.
∙ Als een van de volgende situaties optreedt, moet u de computer laten controleren
door onderhoudspersoneel:
• De voedingskabel of stekker is beschadigd.
• Er is vloeistof in de computer binnengedrongen.
• De computer werd blootgesteld aan vocht.
• De computer werkt niet goed of u kunt het niet laten werken volgens de richtlijnen
in de gebruikershandleiding.
• De computer is gevallen en beschadigd.
• De computer vertoont duidelijke tekenen van breuk.
Veiligheidsrichtlijnen
19