Inhoudsopgave
Advertenties
1. Aansluiten van de alarmmodule:
Monteer de behuizing tegen de muur. Gebruik daarvoor de voorziene gaten aan de buitenzijde van de
behuizing.
Sluit de nodige kabels aan op de module volgens het schema hieronder. Er zijn hiervoor gaten voorzien in de
behuizing onderaan met de nodige kabelwartels.
• Aansluiten voedingsspanning:
Sluit de voedingskabel die spanning aan de module levert aan op de respectievelijke klemmen
24VAC,12/24VDC of op de klemmen 230VAC - links onder
• Aansluiten lekdetectie circuits:
Sluit de verbindingskabels aan van 1, 2, 3 of 4 bekabelde waterlekdetectie circuits (lekdetectie kabelsensor of
probe) op de klemmen GR-RE-YE-BL van connector LEAK channel 1 , 2 , 3. ( check jouw type van module )
PAS OP:
Respecteer de kleur van de kabels op de klemmen. GR = groen, RE= rood, YE= geel en BL= zwart. Er kunnen
maximaal vier circuits worden aangesloten op de module met type LDM 4
Indien er minder circuits aangesloten worden dan voorzien, en later uitbreidingen zijn dan is het nodig om een
draadbrugje te leggen tussen YE en BL en tussen GR en RE bij de ongebruikte kanalen.
• Optioneel : Aansluiten temperatuur en vochtigheid sensor :
De optionele sensor wordt aangesloten op de connector met aanduiding "sensor T/H" rechts onderaan :
Verbindt de zwarte draad met klem 1
Verbindt de gele draad met klem 2
Verbindt de rode draad met klem 3
• Doormelding via relais contacten: Alle informatie van de module wordt via het netwerk doorgegeven aan het
GBS of extern alarmsysteem via modbus TCP/IP registers. Wil je echter ook relaiscontacten gebruiken voor
een doormelding naar een extern systeem, sluit dan een kabel aan op de gepaste relais per kanaal onderaan
de module. De bovenste rij relais uitgangen ( FAULT) schakelen per circuit bij een kabel- of systeem fout, deze
relais trekken aan als de module onderspanning wordt gezet en vallen af bij een fout of spanningsfout. De
onderste rij relais uitgangen ( LEAK) schakelen bij een lek alarm per circuit.
• Aansluiten op het computer netwerk. De netwerkkabel wordt via een RJ45 connector aan de onderzijde van
de behuizing in de module geplugd. Deze module heeft een ingebouwde webserver. Indien correct
geconfigureerd, is de module via het netwerk bereikbaar voor iedere computer op het netwerk.
• Pas nadat alle kabels correct zijn aangesloten mag de behuizing gesloten worden en kan men de module
onder spanning zetten. Anders riskeer je beschadigingen in de module.
• De module zal onmiddellijk en normaal werken nadat deze onder spanning wordt gezet. Eventuele
bijkomende instellingen voor het versturen van de alarmen kunnen achteraf via de webserver en
computer of touchscreen van de module door de gebruikers aangepast worden.
www.cadis.be | helpdesk@cadis.be
Water at the heart of our technology
3
Advertenties
Inhoudsopgave
