16
| Inbedrijfstellingsprotocol
7.1
Algemeen
Regeleenheid E28 (UC) registreert de temperatuur via de afvoertemperatuursensor (ETS) en houdt de ingestelde af-
voertemperatuur vervolgens vast via faseregeling van de compressor (CPR), warmtewisselaar (HE) en warm water-/
elektrische verwarmer (HWL/H, ELH). De temperatuursensor in de toevoerlucht (SS) is min. en max. en begrenst de
toevoerluchttemperatuur.
7.2
Koudeterugwinning
De wisselaar (HE) start automatisch om de kou in de afvoerlucht terug te winnen als de afvoerlucht kouder is dan de
buitenlucht.
7.3
Vermogenregeling
De compressor (CPR) wordt in de frequentieomvormer (FC) traploos geregeld tussen de ingestelde minimale en maxi-
male frequentie.
7.4
Vermogenbegrenzing
De frequentieomvormer (FC) registreert de condensdruk continu via de hogedruksensor (HPS) en vertraagt de snelheid
van de compressor (CPR) geleidelijk als de druk boven de ingestelde grenswaarde komt. Dit gebeurt om een hogedruk-
alarm te voorkomen.
7.5
Omloopfunctie (optie)
Om het energieverbruik voor de afvoerventilator te beperken als er geen behoefte aan koeling is, wordt de uitlaatom-
loopklep (accessoire) geopend zodat de uitlaatlucht niet langs de condenser (CO) wordt geleid. Als de unit is gestopt,
zijn alle afsluitkleppen gesloten.
Let op:
Deze instructie bevat functies voor de Topvex SoftCooler TR. Voor een volledige beschrijving van de
functies, zie "Installatie-instructies Topvex SR 09,11, TR 09-15".
8
Inbedrijfstellingsprotocol
Bedrijf:
Verantwoordelijke:
8.1
Algemeen
Klant:
Object/unit:
Model/afmeting
8.2
Installatiecontrole
Moment
Controlerapport koeling bij installatie opgesteld. (De
rapportage zal in enkele gevallen worden opgestuurd naar
een grote inspectieautoriteit, zie hoofdstuk 3, Controle/
rapportage koelmiddel).
Alle delen van de unit onbeschadigd.
Installatie uitgevoerd in overeenstemming met de
instructies (zie hoofdstuk 6.4.1, Montage Topvex
SoftCooler en hoofdstuk 6.4.1.1, Kanaalaansluitingen).
Uitlaatsensor "EHS" verplaatst (zie hoofdstuk 6.4.2,
Elektrische aansluiting).
Condensafvoer aangesloten (zie hoofdstuk 6.4.1.3,
Condensafvoer).
Datum:
Artikelnr.:
Serienr.:
Gedaan
Installatie:
Installatie-adres:
Benaming:
NB
20876713 | A005