volgens de externe maattekening en gebruikersvereisten. Installeer de veiligheidsklep en andere
accessoires volgens onderstaande afbeelding. Let op afdichting met goed afdichtingsmateriaal om
waterlekkage te voorkomen.
2: installeer de afsluitklep op de koudwaterinlaatleiding. zie punt 6.
3: Sluit de inlaat- en uitlaatleidingen niet omgekeerd aan. De veiligheidsklep moet op de daarvoor
bestemde plaats worden geïnstalleerd en kan niet worden gewijzigd. De volgende afbeelding is slechts
een schematisch diagram voor de pijpleidinginstallatie, die kan worden geïnstalleerd volgens de werkelijke
situatie van de gebruiker.
4: De inlaatdruk van leidingwater moet 0,1 ~ 0,4 MPa zijn. Als het lager is dan 0,1 MPa, voeg dan een
boosterpomp toe aan de waterinlaat; als het hoger is dan 0,4 MPa, installeer dan een drukreduceerventiel
bij de waterinlaat.
5: Voordat u de watertank voor de eerste keer vult, moet u ervoor zorgen dat de koudwaterinlaat van de
watertank, de warmwateruitlaat van de watertank en de kraan aan het verste uiteinde zijn geopend en
stop met vullen nadat de kraan gedurende 10 seconden continu leegloopt.
6: Installeer de veiligheidsklep (de aansluiting is G1/2) op de watertoevoerleiding in de richting
van de pijl op de veiligheidsklep op de foto (de pijl wijst in de richting van de waterstroom).
Wanneer het water wordt verwarmd door de boiler, zet het water in de watertank uit door de
warmte, en zal er een kleine hoeveelheid water uit de overdrukopening van de veiligheidsklep
stromen om de waterdruk in de tank te verlagen, wat een normaal verschijnsel is. Het ene
uiteinde van de afvoerpijp sluit aan op de veiligheidsklep en het andere uiteinde van de
afvoerpijp op de monding van het riool, zodat de kamer niet nat wordt wanneer de druk
wegvalt.
Opmerking
■ Na de installatie moet u ervoor zorgen dat de afvoerbuis die in
verbinding staat met de veiligheidsklep niet geblokkeerd is.
■ De veiligheidsklep moet om de zes maanden een keer uitgetrokken worden om het
calciumcarbonaat eruit te halen en ervoor te zorgen dat er geen obstakels zijn;
■ De drainagepijp moet op temperatuur worden gehouden om te voorkomen dat de pijp
bevriest en een ongeluk veroorzaakt.
9