Inhoudsopgave
Advertenties
U-CONTROL UMX49/UMX61
2. USB-MODUS EN STANDALONE
De UMX kan als USB-interface of als standalone-apparaat gebruikt
worden.
Wanneer u de UMX met een computer verbonden hebt, vindt het
volgende signaalverloop plaats (afb. 2.1):
Afb. 2.1: Het MIDI-signaalverloop: Via een virtuele MIDI IN- en
MIDI OUT-interface, worden MIDI-gegevens gestuurd.
Wanneer de UMX via USB niet met een computer verbonden is,
is deze in de standalone-modus en is in staat MIDI-gegevens via
de MIDI OUT-bus (
) te verzenden.
3. BEDIENINGSELEMENTEN EN
AANSLUITINGEN
Het toetsenbord: 49/61 aanslagdynamische, grote toetsen.
Dit fungeert ook als waardetoekenner in de loop van de
toewijzingsprocedure.
Het MODULATIE-wiel (fabrieksinstelling CC 1) kan
toegewezen worden aan willekeurige MIDI-controllers.
Het PITCH BEND-wiel kan toegewezen worden aan
willekeurige MIDI-controllers.
De VOLUME/DATA-fader (fabrieksinstelling CC 7) kan
toegewezen worden aan willekeurige MIDI-controllers.
4
Afb. 3.1: Bovenaanzicht van de UMX
3. BEDIENINGSELEMENTEN EN AANSLUITINGEN
De ASSIGN-taster maakt de toewijzing mogelijk.
De USER MEMORY-toets roept het interne geheugen op,
dat ook na het uitschakelen van het apparaat behouden blijft.
De twee OCTAVE SHIFT-tasters hebben transponeer-
functies (meer octaven hoger of lager; vergelijk LED-
activiteiten-tabel 3.1). Ook de OCTAVE SHIFT-tasters
kunnen toegewezen worden aan willekeurige MIDI-
controllers.
De acht draairegelaars R1 - R8 hebben functies zoals in de
tabel
beschreven, ze kunnen echter in de ASSIGN-
modus ook toegewezen worden aan willekeurige controllers.
De acht tasters B1 - B8 hebben functies zoals in de tabel
beschreven, ze kunnen echter in de ASSIGN-modus
ook toegewezen worden aan willekeurige controllers.
De tabel toont de door de fabriek ingestelde controller-
indeling.
De toetsenbordlegenda: Zo wordt u geïnformeerd over de
speciale functies van de afzonderlijke toetsen van het
toetsenbord.
Afb. 3.2: De aansluitingen op de achterkant
Bediening
Toonhoogte
transponering van
eenmaal
een octaaf omhoog,
indrukken
respectievelijk omlaag
transponering nog
twee keer
een octaaf omhoog,
indrukken
respectievelijk omlaag
(totaal twee octaven)
transponering nog
een octaaf omhoog,
drie keer
respectievelijk omlaag
indrukken
(totaal nu drie
octaven)
Reset (de
beide toetsen
transponering wordt
indrukken
ongedaan gemaakt)
Tab. 3.1: De LED-activiteit wat de afhankelijkheid van de
OCTAVE SHIFT-status betreft
LED
LED brandt
LED knippert
LED knippert
LED's blijven
gedoofd
Advertenties
Inhoudsopgave
