Advertenties
Gebruikshandleiding
Monteren en aansluiten
1. Schroef het deksel van de behuizing eraf.
2. Verwijder de beschermkap.
3. Monteer het apparaat.
4. Sluit de verbruiker (bijv. aandrijving
parkeergaragedeur) aan op aansluitklem
ST2 (zie voorblad, afb. 1).
5. Sluit de voeding aan op aansluitklem ST1
(zie voorblad, afb. 1).
De toegestane voedingsspanning be-
draagt: 24 V AC / DC ± 10%.
Opmerking: alle kabels moeten via
waterdichte PG-schroeven in het apparaat
worden geleid.
6. Monteer de beschermkap weer.
4
Eerste ingebruikname
Schakel de voedingsspanning in. De
1.
afstandsbediening voert eerst een LED-
controle uit. Vervolgens verschijnt op het
scherm »_ _ _«.
.
De besturing bevindt zich in de
bedrijfsmodus (zie ook het hoofdstuk
„Bedrijfsmodus").
2. Als er een relaisimpuls langer dan 1 s of
geen relaisimpuls moet worden
gegenereerd: wijzigt u de ingestelde
impulstijd. Meer informatie vindt u in het
hoofdstuk »Extra functiemodus >
Impulslengte relaisimpuls«.
3. Leer de zendsignalen in de
afstandsbediening in. Meer informatie
vindt u in het hoofdstuk »Leer-wismodus
> Inleren van zendsignalen«
4. Stel indien nodig andere extra functies in.
Zie hiervoor het hoofdstuk »Extra
functiemodus«.
5. Schakel weer over naar de bedrijfsmodus
door tegelijkertijd op knoppen L en E te
drukken.
De afstandsbediening is nu klaar voor
gebruik.
6. Schroef het deksel weer op de behuizing.
Bedrijfsmodus
Als een zendsignaal wordt ontvangen, brandt
de LED-L.
Na de ontvangst van een ingeleerd
zendsignaal wordt
op het scherm de geheugenlocatie van het
zendsignaal weergegeven.
een relaisimpuls gegenereerd.
Advertenties
