VEILIGHEID
Lees de veiligheidsinstructies in het aparte boek-
je dat meegeleverd wordt met het apparaat.
Overschrijd het maximaal toegestane bereik
van geen enkele functie (bijv. circuit waarvan de
spanning hoger is dan 1.000 Volt).
Zet de functieschakelaar in de juiste stand voor u
gaat meten. Koppel bij het wisselen van bereik al-
tijd de testsondes [15] los van het geteste circuit.
Zet de meter niet onder spanning wanneer de
weerstandsfunctie is geselecteerd.
Schakel bij het meten van volt niet over naar de
stroom-/weerstandsmodi.
Koppel de meter los van elk circuit om elek-
trische schokken te voorkomen. Verwijder de
testsondes [15] van de negatieve/COM-son-
deconnector [13] en de positieve sondeconnec-
tor [14]. Schakel vervolgens de meter UIT voor u
de behuizing opent. Gebruik de meter niet met
een open behuizing.
EERSTE GEBRUIK
Verwijder alle beschermfolies.
4
WERKING
WISSELSTROOM METEN
· Draai de functieknop [06] naar de positie
'200A'.
· Plaats de stroomvork [02] rond de te meten lijn.
Het LCD-scherm [04] toont de gemeten stroom
in de lijn.
OPGELET
Koppel de testsondes [15] los van de meter
voor u metingen uitvoert met de stroomklem.